woensdag, oktober 29, 2014

Blinkende graven

Straks gaan we naar het graf van nonkel Julien en tante Irene, en vandaar naar dat van onze Koen, met emmer, borstel en dweil en... bloemen en bloemstukjes... De grote jaarlijkse opkuis...
Ik weet zo al, uit ervaring, dat we er niet alleen gaan lopen. Heel het kerkhof zal vollopen met mensen die bezig zijn met de jaarlijkse opkuis van "hun" grafmonumenten. Want straks is het Allerheiligen, en worden de kerkhoven overspoeld met mensen die nog eens, één keer in het jaar, hun doden komen bezoeken. En geef toe, als je bezoek verwacht, dan zorg je toch dat je huis netjes is?

Eigenlijk ben ik niet zo aan dat bezoek aan het kerkhof... Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zorgt ook dat "het proper ligt". Wat het graf betreft van nonkel Julien en tante Irene, daar heb ik het beloofd dat ik dat zou doen, zo lang we kunnen. Na het overlijden van nonkel, voerde ik tante op die dagen, en hielp een beetje om het graf te kuisen, en toen ze bij een van die gelegenheden heel goed zag dat na haar overlijden het graf er desolaat zou bij liggen, drong ze er op aan of wij tenminste niet voor hun graf zouden willen zorgen. Ik heb het dan beloofd, en belofte maakt schuld. Bovendien is hun graf net zoiets als haar verblijf in het rusthuis... Er komt geen kat meer kijken. Mochten wij ook niet meer gaan, dan zou het graf er na een paar jaar vuil en desolaat bij liggen. En dat terwijl wijlen nonkel Julien er bijna wekelijks naar toe ging om te zorgen dat het steeds picobello was en steeds een bloempje had. (Want zijn enige zoon die al heel vroeg is gestorven, ligt bij hen in het familiegraf).

Mij doet dat ergens pijn: als ze de levenden al vergeten, hoelang denken ze dan nog op de doden?

Voor mij hoeft daarvoor geen kerkhof, geen grafmonument, geen uiterlijk vertoon... Als ik aan onze Koen, onze ouders en andere familieleden, vrienden, kennissen die ons ontvallen zijn denk, dan heb ik steeds het gevoel dat ze me veel nabijer zijn in mijn hart, in mijn geest, dan op dat kerkhof.

Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zet ook een bloempje bij wat voor mij maar een steen is...

Er is niets mis met deze vorm van maatschappelijke druk, want ik denk, nee, ik weet dat er wellicht velen zouden zijn, die zonder dat duwtje in de rug, gewoon nooit meer zouden denken aan al die mensen die voor ons gingen. In die zin vind ik het goed dat die obligate kerkhofgang er is. Maar mij mogen ze uitstrooien, net zoals mijn moeder, dan is er niets meer om naar toe te gaan, buiten het echt herinneren, in je hart.

Hoe ouder je wordt, hoe dichter je bij je eigen dood komt, hoe meer je stil staat bij al die mensen die je hebt verloren op je levensweg... Je ouders, een broer, een kind, heel wat familie tantes, nonkels, neven en nichten, verschrikkelijk veel bekenden en zelfs een paar echte vrienden... Te veel om ze nog stuk voor stuk voor je geest te halen, en soms zit ik dan wel eens te blederen in dat pak met al die doodssanctjes, en spijt het me dat ik die niet heb verzameld van in mijn jeugd. Want ik mis er, waar ik ook wel eens aan denk, en waar ik niets meer heb om meer te herinneren.

Ik schreef onlangs dat je als oudere mens ontzettend rijk bent aan herinneringen, aan ervaringen, maar ook aan verdriet en blijdschap.

Gaan we echt dood? Helemaal ? Of is er werkelijk nog iets na de dood ? Ik weet het niet, maar doet het er eigenlijk toe? Wat er toe doet, dat is dat we leven op zo'n manier dat we iets betekenen voor de anderen, iets goeds, iets waardoor ze glimlachen als ze aan je denken. De rest is allemaal bijzaak, en als je zo geleefd hebt, en er is iets na de dood, dan zul je ongetwijfeld ook daar bij de goeden zitten.

Ach, je ziet het, zelfs bij mij is het goed om een Allerheiligen te hebben, om eens met de neus op al die overledenen gedrukt te worden, nog eens te treuren bij het verlies van wat die mensen voor je betekenden ...
Menslief, ik hou van je !

tot de volgende ?

dinsdag, oktober 28, 2014

Mist

Nu de bietenberg weg is, en je opstaat met de verwachting van een mooi landschap voor je te zien, is het mistig.
Je ziet hooguit een tiental meter van de bruine gulle aarde die vervaagt in een grijzig onbestemd niets.
Ik, die normaal kan rekenen op een zicht van vele kilometers, ben nu beperkt tot bijna niets. Ik kijk dan maar hoeveel bieten er zijn blijven liggen. Eigenlijk tel ik er maar twee die echt zijn blijven liggen, maar er liggen er heel wat die tijdens het oprollen op de vrachtwagens afgeweken zijn, en daar nu liggen, vooraan op het veld of in de berm.

Waren het voederbieten, dan zou ik die al lang verzameld hebben voor de geiten van Bart en het konijn van Lieselotte, maar suikerbieten zijn helemaal niet geschikt om dieren te voederen. Dus laat ik ze maar liggen, tot bron van voedsel voor roeken en kraaien. Tot nog toe kijken ze er nog niet naar, er is voedsel genoeg, en er ligt op het veld een brede strook van schilfers van bieten, die afgesneden zijn door de passage over de wielen die hen naar de vrachtwagens rolden. Daar hebben ze als het ware voorgesneden voedsel aan. (En niet verpakt in dat verderfelijke plastic zoals het onze !) (Heb je gelezen dat plastic zakken in La Douce France helemaal verbannen zijn ? Tof !, een kleine stap in de goede richting !)

De straatverlichting gaat om 7.27 uit, het uur dat de zon opstaat, ook al is ze niet te zien, en al is het ook nog niet echt klaar... Om 17.25 gaat de zon al weer onder... Er blijft bijna geen dag meer over, in vergelijking met enkele maanden terug !

Wij weten wat er gebeurt, maar hoe zouden de oermensen daar naar hebben gekeken ? Hoe verschrikt zouden ze zijn geweest toen ze de dagen alsmaar korter zagen worden ? Geen wonder dat die evolutie met veel aandacht volgden, en grote monumenten oprichten, waar ze precies konden zien wanneer de zon terug begon aan zijn nieuwe klim naar de zomer. Geen wonder dat ze dat onbegrijpbare tot God verklaarden... Ik weet het, ik ben gek, maar nu en dan probeer ik me in de plaats te stellen van een nagelnieuwe mens, een mens die alles met grote ogen van verwondering bekijkt. Een mens die vol verbazing nu de bladeren van de bomen ziet vallen, en ze ziet vergaan tot aarde in de aarde. Die uit die aarde ontzettend snel de paddestoelen ziet groeien, je hebt haast de indruk dat je het groeien zoudt moeten kunnen zien, maar dat net niet kunt. En hoe die paddestoelen na een korte tijd in elkaar zakken en in enkele dagen spoorloos zijn verdwenen, zonder dat er ook maar een wortelgestel achterblijft. Hoe sommige bomen er in slagen groen te blijven, en die hebben bijna allemaal dikke vlezige bladeren... Maar als je vetplanten buiten zet vriezen die kapot.

Ja, ik weet het, ik kan ook lezen, ik weet heel wat van die dingen af, maar soms prefereer ik gewoon me te laten ondergaan in het grote wonder van het leven, van de natuur.

Misschien is dat dat beetje kunstenaar in mij, misschien heb ik wat Picasso zo moeilijk achtte voor het merendeel van de mensheid. Hij vertelde dat ieder kind een kunstenaar was, maar dat het verdomd moeilijk was om kunstenaar en kind te blijven... Als dat de norm is, dan ben ik wellicht een kunstenaar, ook al vind ik dat van mezelf niet. Ik slaag er nu en dan in mooie dingen te maken, maar alles blijft een spielerei... Ik ergerde me in de akademie, toen ze aan de eindejaars de opdracht gaven om een bepaald onderwerp te maken op een ontelbaar aantal van manieren... Dat gaat helemaal tegen mijn natuur in, ieder ding moet weer een heel eigen iets zijn, moet anders zijn, een andere expressie hebben, en als ik keek naar een eindeloze rij van hetzelfde met kleine variaties, dan had ik lust daar met mijn maat zesenveertig eens doorheen te lopen... Ooit vroeg ik er eentje: "En wat ga je daar nu mee doen?" en ik kreeg het wonderlijke antwoord dat hij het in brikaljon zou kloppen, en op zijn oprit gieten... (Waarom doen ze dat dan ?)

Nee, dan ben ik geen kunstenaar, ik ben veeleer een speelvogel, die een stuk materie in handen neem en daar iets mee maak, iets wat ik leuk vind om te doen, en die soms een mooi resultaat geeft, en soms helemaal niet.

Het klopt niet helemaal, maar ik heb veelal het gevoel dat ik er alleen maar uithaal wat er eigenlijk al inzit. Als ik een stuk hout zie, dan zie ik daar plots een handvat in voor een wandelstok, en het lijkt of ik alleen het er moet uithalen, die kop, die uitdrukking, die zag ik er al in zitten, ik moest het alleen maar er uit halen, wegdoen wat in de weg van het aanwezige zat.

Ik kan uren kijken naar beelden, naar schilderijen... en soms verdrink ik er in, soms heb ik lust om er een en ander aan te veranderen. Soms hou ik van die hele simpele, pure vormen, en soms neig ik tot barokke gekunstelde dingen, al naar gelang wat ik er in zie, wat ik er in vind.

Ik heb geen stijl, alle stijlen zijn de mijne.

Ik heb heel wat keramisten op mijn faceboek staan, en soms zie ik een bepaald werk, die me raakt tot in het diepste van mijn emoties, maar dan krijg je ontelbare variaties op dat zelfde thema... En dan heb ik het gevoel dat die kunstenaar is blijven hangen... Hangen aan een succes. Nee, geef mij dan maar een Picasso, die in zijn lange leven voortdurend bleef evolueren, en dat ook als een voorwaarde zag tot "Kunst"... Ik zie niet alles graag wat hij maakte, maar ik bewonder het speelse er in, het zoeken, het ontwikkelen, het uitwikkelen...

De mist trekt een beetje op, ik zie ginder ver al weer de popelieren staan...

tot de volgende ?



maandag, oktober 27, 2014

Affligem rommelmarkt

Gisteren zijn we naar Affligem geweest, naar een rommelmarkt. Op weg er heen, vertelde ik Anny dat de afrit Affligem op de autosnelweg nog niet zo heel oud was, ik heb die nog weten aanleggen. Die is er gekomen omdat de afrit van Ternat aan het verzuipen was, en dagelijks met verschrikkelijke opstoppingen te maken had (toen al)...

Het was er wat zoeken naar een plaatsje om de wagen kwijt te spelen, maar het lukte toch om in een piepklein plaatsje te kruipen. Anny moest eerst uitstappen, want anders zou ze er niet meer uitraken...

Er stond een enorme rij te wachten om binnen te geraken op de markt. Maar ook aan aanschuiven komt een eind, en we kwamen de enorme zaal binnen. We waren al eerder op deze markt, en wisten dat het een mooie en gewoonlijk interessante markt was. We zien daar ook een deel marktkramers die we in de rest van het jaar niet zien, want we kennen onderhand al een heleboel van die mensen, en babbelen er wel eens mee.

Ik heb het je al gezegd, als je iets specifieks zoekt, dan kun je lang zoeken, als je niet zoekt, dan breek je er de spreekwoordelijke benen over. Ik zag het boek van Stieg Larson zeker drie keer liggen !

We hadden alle twee veel pijn, en waar de pijn bij Anny gewoonlijk over gaat bij het wandelen, ging het nu niet over. Het was dus deze keer voor alle twee "Omdat we het zo leuk vinden, verdragen we er "graag" wat pijn voor"... Maar het is toch niet zo leuk als je echt pijn hebt. Toch was het een goede markt, want ik vond er maar liefst 4 nieuwe wandelstokken, en er is er eentje bij die zo mooi is, dat ik hem ga gebruiken als dagelijkse wandelstok. Het is een eenvoudig handvat, in wit metaal, maar met een schitterend reliëf en zwarte vlekkentekening er in. Heel mooi ! Ik ga hem wel iets moeten verkleinen, want hij is iets te lang.

Eigenlijk vond ik vijf wandelstokken, maar die vijfde is niet voor mij, die heb ik gekocht "op bestelling". We hebben hier een buur die heel wat paarden heeft... Die zag bij mij een wandelstok met als handvat een paardenkop, en dat moest hij hebben. Ik heb hem beloofd uit te kijken, en wonder boven wonder, ik heb er een gevonden binnen de week na de vraag ! (Blijkbaar werkt de vloek niet als je iets zoekt voor een ander ?).

Ik ben ook nog op zoek naar zo'n negertje die je vroeger op de toonbank zag staan in de dorpswinkel. Je stak er wat kleingeld in, en dan knikte het hoofdje. Ik heb er twee gezien op hetzelfde kraam, maar ze waren naar mijn mening te duur. Ook dat is een ding die niet voor mezelf is, maar op vraag van een vriend. (Ik heb er zelf eentje staan, maar dat is verwezen naar een van de kamers boven. Ik heb veel te veel beeldjes. Ik bood dit aan aan mijn vriend, maar dat wou hij niet, dat was van mij, hij wilde mij niet ontrieven...)

Hij ontrieft er mij niet mee, want ik weet eigenlijk niet goed waar ik het ding kan zetten.  Gek, maar dat negertje doet me steeds denken aan de spaarkas in café Pallieter... De café van wijlen vriend Roger en vriendin Georgette, al alle twee overleden... Jammer, want het waren echte goede vrienden, bijna een tweede thuis... Zoals gezegd was ik er voorzitter van de spaarclub, en we waren altijd op uitkijk hoe we wat centen in kas konden krijgen voor het inrichten van activiteiten. Toen kwam ik op het idee van een vloekpot... We namen een grote galzen fles met een oor aan, maakten die vast met een keten aan de tapkraan, en maakten een affiche op waarop stond dat je bij vloeken een boete kreeg van 1 frank. Bij een grove vloek een boete van 5 frank. En onverbeterlijke vloekers konden een abonnement nemen van 20 frank voor een hele week ...
Het is zo stom, maar iedereen vond het leuk, en in geen tijd hadden we een fles vol, en moesten we hem legen om plaats te maken voor nieuwe vloeken. Nee, er werd niet meer gevloekt, eerder wat minder, maar iedereen vond het een leuk iets en stopte zijn kleingeld in de pot...

Ach, waar is de tijd... De fles raakte ooit gebroken, en we vonden geen nieuwe fles met een voldoende grote opening en een oor om hem vast te ketenen... En zo verdween ook dat weer en werd een onderwerp om nog eens van te klappen tussen pot en pint "Weet je nog..."
Ja, we weten het nog... We weten ondertussen al zo veel van die leuke dingen uit het verleden, en hoe ouder we mogen worden, hoe meer er in de bibliotheek van ons verleden zit...  Ik voel me schatrijk, rijk aan schatten van herinneringen...

tot de volgende ?

zaterdag, oktober 25, 2014

Oef !

Zoals ik je vertelde, zou in de nieuwe versie van Ubuntu downloaden... Maar helaas, ik moet ergens iets verkeerd hebben gedaan, en nu heb ik meer dan een halve dag bezig geweest om alles weer in orde te brengen, ik heb zelfs de hulp moeten inroepen van mijn goede Waalse Vriend Erwin, de man die zowat alles afweet van kwampjoeters, ook al is hij niet echt een specialist in Linux...

Enfin, nu zijn we er weer... Bijna alles is weer zoals van ouds, alleen hier en daar bots ik soms nog eens op iets wat blijkbaar nog niet correct is geconfigureerd... Maar ook dat zal wel in orde komen, met wat geduld en boterhammen.

Het voordeel is dat meteen ook heel mijn machine weer eens helemaal is gekuist, alle overtolligheden zijn er af, en alles is weer "maagdelijk". Eigenlijk is het goed dat een mens zo eens een akkevietje heeft.

Ik zit terug op Ubuntu, en op de nieuwste versie...

En ja, het werd gisterenavond voor ons doen, behoorlijk laat... Als je aan de babbel raakt, dan zit je wel eens vast. En Erwin zit ook graag te babbelen. Eigenlijk zou je dat eens moeten meemaken. Ik mijn best doen om te parleren en Français, Erwin zijn best doen om te spreken en Flamand, en zijn vrouw (een Vlaamse) die ons dan alletwee heel den tijd zit te corrigeren. (Ze doet het zelfs als Erwin in het Frans spreekt en eventjes meer Waals dan Frans aan 't klappen is !)

Eigenlijk was het al heel lang geleden dat we bij elkaar waren... Ook daarvoor is het goed eens een stommiteit te doen op de komputer, dan zie ik hem nog eens. We horen wel van elkaar via mails en vie FaceBook, maar geef toe, dat is niet hetzelfde als gezellig bij elkaar zijn.

Trouwens FaceBook zorgt ook wel eens voor verrassingen... Onlangs kreeg ik verzoek van X X, ik kende die naam, dat was duidelijk een meisje die hier in de wijk woonde, het dochtertje van..., die getrouwd is met... ook al ene die hier in de tijd regelmatig bij onze kinderen zat... Dus, ja, gij moogt mijn vriendje zijn (eigenlijk dus een vriendinnetje, maar dan strikt Facebook-achtig !)... En dan kreeg ik een berichtje, en bleek het een heel andere dame te zijn... (Er was geen foto van de persoon bij op de aanvraag)... Maar geen erg, het was ook een bekende, met dezelfde voornaam, dezelfde familienaam, maar het is de dame die hier komt kuisen via Familiehulp... Ik vertel het aan Anny, en grinnik er bij dat ik nog nooit zoveel vriendinnetjes heb gehad of nu, in mijne oude dag ! Er zijn er zelfs bij die ik alleen ken als keramiste, maar daar het een Indische, een Griekse, een Arabische en noem nog maar enige volkeren op, kan ik zelfs niet eens lezen wat ze mij schrijven. Ik kan wel naar de prentjes kijken, en bij keramiek was het mij daar om te doen !

(Ik vind internet heerlijk !)

Ik ga nog wat verder kijken of ik nog een en ander kan vinden die nog niet naar behoren werkt, en hoe ik het in orde kan krijgen...

tot de volgende ?


vrijdag, oktober 24, 2014

Kerkhofblommen

Woensdag heb je hier geen blog kunnen lezen... We waren niet thuis, we waren naar Dadizele om op ons gemak wat bloemen te halen voor op het kerkhof, een potje voor Koen, een potje voor Patrick en een pot voor op het graf van tante Irene en nonkel Julien...
We zijn weer haast november...
Allerheiligen en Allerzielen, en de daarbij horende kerkhofgang.

Binst we in Dadizele waren, zijn we ook naar Dupont Zoo geweest om nog wat visvoeder, en daarna zijn we eens gezellig samen gaan eten. Op het menu stond duivenborst... Anny heeft dat niet genomen, maar ik vind dat heel lekker en heb genoten van dit lekkere hapje met gratiné-patatjes...

Daarna zijn we rustig terug naar huis gereden, alle twee bekaf van het winkelen. Dus geen lust meer om nog te gaan zitten bloggen.
Gisteren vond Anny het nodig om eens alle orchideeën hier naast me eens duchtig aan te pakken. Dat wil zeggen dat ze de bladeren afwast, verdorde of gele bladeren verwijderd. Ze neemt daarvoor alle potten af, zet ze op tafel, en dan is het de moment om het raam te kuisen, zowel de vensterbank als het raamwerk als de ruiten... Ik help dan wat, moet daarvoor scheef gaan hangen over mijn bureel heen, en heb natuurlijk weer veel pijn. Gisteren nam ik dan ook twee extra pijnstillers, met als gevolg dat de pijn wel wat mindert, maar dat ik geen oog dichtdoe...  Net als bij mijn moeder werkt verdoving en slaapmiddel bij mij opwekkend... Tegen vanavond, als ik geen extra pijnstillers meer moet slikken, zal ik weer moeite hebben om wakker te blijven en wellicht zit ik heel vroeg in bed.

Gisterenavond hoorden we hier plots een hels lawaai... Eerst dacht ik op donder, maar het duurde te lang... Even buiten gekeken, en voor de deur staat een enorm machine om de bieten van het veld op de vrachtwagens te leggen... Naar mijn gevoel lijkt het nog het best op een reuze-stofzuiger, de bieten worden precies naar boven gezogen (of geblazen of door een schroef van Archimedes gedraaid), en vliegen meteen de vrachtwagen in.

We vreesden al dat een heel stuk van de nacht zou voorbijgaan in dat helse lawaai, maar om 10 uur was alles stil, en nu staat het machine daar nog steeds stil te wezen. Gek, als het zo opgeplooid staat is het een grote balk, als het werkt, heeft het precies reuzenarmen die links en rechts staan te zwaaien en te wieken.

Ik vermoed dat straks het lawaai er terug zal zijn... Ergens hoop ik het, want dan zou die muur van voor ons eindelijk weer verdwenen zijn, veel vlugger dan we gedacht hadden. Oef.

Het is nog steeds niet klaar, nu ja de zon staat maar op om 8.20' uur en gaat al weer onder om 18.32' uur... de dagen korten verdomd rap ! En nu, met vuil regenachtig weer lijkt het nog veel meer of het niet meer klaar zal worden ! De winter is er nog niet, en ik verlang al weer naar de lente en de zomer, licht en kleur.

De nieuwe Ubuntu is er ! En Ubuntu is 10 jaar oud ! Ik stel vast dat ik ongeveer acht jaar met Ubuntu aan het werk ben ! Ik ben dus stilaan een veteraan... Straks, als ik alle mailtjes heb bekeken en Facebook heb doorbladerd, ga ik misschien de nieuwe versie installeren, als het niet te druk is, en je daardoor veel te traag kunt downloaden... dan wacht ik nog een paar dagen...

Tot de volgende ?

donderdag, oktober 23, 2014

Het grote bedrog

Heel lang geleden is het geld ontstaan. Heersers lieten muntstukken slaan -gewoonlijk met hun eigen konterfeitsel er op, of dat van goden- die op zich een waarde hadden, en die het systeem van ruilhandel vereenvoudigden. In plaats van een paard te ruilen voor twee koeien en een schaap, kreeg je nu goudstukken waarmee je twee koeien en een schaap kon kopen.
Omdat die goudstukken onderhevig waren aan vervalsingen en aan het "knippen", waarbij men een deeltje van het goud afknipte en het muntstuk verder als volwaardig verkocht, kwam men op het idee om te gaan werken met symbolische muntstukken en symbolische brieven, die de waarde hadden van het goud, die veilig in de staatsbank lag.

Natuurlijk was ook dit systeem niet waterdicht, de staat kon een deel van het goud laten "verdwijnen", of kon meer geld uitgeven dan wat er in werkelijk gedekt werd door het beschikbare goud.

En uiteindelijk kwam men tot een systeem, waarbij men een gecontroleerd bedrag aan geld maakte, die in feite alleen waarde had uit hoofde van het feit dat iedereen die waarde aanvaardde.

Neem nu onze Euro, die heeft waarde doordat iedereen, over heel de wereld, die waarde aanvaardt. In werkelijkheid heeft het niet meer waarde dan de kosten van het (dure) papier en het dure drukken. Er is geen echte dekking meer, de dekking is louter fictief, en gaat over vage begrippen zoals productie, economie en dergelijke.Gaat het hier wat beter, dan is onze munt meer waard ten opzichte van een andere munt, gaat het slechter dan vermindert de waarde. Er zijn ook allerlei kunstgrepen mogelijk waarbij men de waarde van de eigen munt gaat beïnvloeden, en de waarde kunstmatig gaat beïnvloeden, om zo voordelen te scheppen ten opzichte van de internationale economie. (Ik hou het heel simpel om het duidelijk te houden voor iedereen)

Met het opkomen van het elektronische geld (bankkaart en dergelijke) creëert men in feite een bijkomend circuit van geld, maar men negeert dat bestaan officieel, omdat men anders een muntontwaarding veroorzaakt. Maar niemand kan ontkennen dat er tussen het doen van een betaling met de kaart en het werkelijk ontvangen van het geld, er een som geld bestaat die er in werkelijkheid niet is. Jij hebt je goederen ontvangen, en de verkoper heeft een soort belofte dat er betaald is.

Niet zo heel lang geleden heeft iemand dat systeem tot het uiterste doorgedreven en heeft computergeld gecreëerd, de bitcoin. Hij verkocht die bitcoin tegen een betaalde waarde, en gaf de bitcoin een waarde die iets hoger lag, zodat er een alternatieve soort geld en een alternatief geldcircuit ontstond. Momenteel zijn er al banken die de bitcoin als reëel beschouwen en het aanvaarden als echte munt. In feite is de uitvinder er gewoon in geslaagd te doen wat eigenlijk altijd in handen was van de regeringen te verschuiven naar de privaatsector. En als iedereen de waarde van de bitcoin aanvaardt, dan doet hij exact hetzelfde als tot op heden de regeringen deden. Hij geeft zijn munt een bepaalde waarde, en iedereen aanvaardt deze waarde.

Maar eigenlijk is deze waarde dus fictief, net zoals de waarde van de euro, de dollar en de pond louter fictief geworden zijn, en alleen bestaat doordat men die waarde aanvaardt. Wij betalen dus met een gewoon stukje papier waarmee we alleen kunnen betalen omdat de verkoper aan dat papiertje dezelfde waarde hecht als wij er aan hechten, als de staat, Europa, USA, China en alle andere landen aanvaarden als zijnde "de waarde".

Kortom, als morgen iemand met invloed gaat vertellen dat hij die briefjes niet meer aanvaardt, omdat ze niet gedekt zijn, dan heeft hij gelijk, en dreigt het systeem in één klap omver te vallen !

Dat is één deel van het bedrog.

Het tweede deel is minstens even groot, minstens even erg !
Heel onze economie is gebaseerd op een achterhaald systeem. Wij bestaan slechts dank zij een groeiende economie. Stilstaan is achteruitgaan, en achteruitgaan is de ineenstorting. Dat weten we allemaal.

Dus hebben we een systeem waarbij we de economie kunstmatig doen groeien. We creëren nieuwe behoeften, en we maken producten waarbij het stuk gaan gewaarborgd is binnen een bepaalde tijd. Ik overdrijf niet, dat is bewezen.
Je kunt de evolutie van de economie misschien het makkelijkst illustreren met iets triviaals zoals de nylonkousen...
In den beginne was de nylonkous een duur en heel teer ding.
Je was er heel zorgzaam mee, en er ontstond een soort nevenbedrijvigheid, bestaande uit dames die stukke nylonkousen zorgvuldig wisten te herstellen, wat goedkoper was dan het kopen van een nieuw paar kousen.
Dan kwamen er nieuwe soorten van weven en van garens, waardoor de kous sterker werd, en men produceerde die goedkoper. Daardoor viel het beroep van kousenherstellers weg, het was immers goedkoper om nieuwe te kopen.
Men begon de kousen te verkopen in allerlei kleuren, en er ontstond zelfs een markt voor dergelijke kousen in de hobby-sector, want je kon er leuke dingen mee maken.
Dus breidde de markt uit, en kon men meer en goedkoper kousen maken.
Maar hobby kent ook zijn modes, en dus verdween die markt, en dreigde de markt van de kousen verzadigt te geraken. Dus maakte men die kousen fijner, mooier, en eleganter, pushte die door allerlei campagnes, en maakte die dingen zo goedkoop dat ze binnen het bereik vielen van iedereen. En daar ze zo goedkoop waren zagen we dat mensen waren die het niet eens meer de moeite vonden deze te wassen, je kocht gewoon nieuwe.
De enige factor die nu nog invloed had op de massale productie, was de mode-industrie...

Maar het gaat er over dat men de dingen eerst onmisbaar gaat maken, en het dan massaal gaat produceren. Maar dat volhouden kan alleen door te maken dat die dingen heel vlug stuk gaan !

Overdrijf ik ? Kijk eens naar de GSM... Wie had er ooit voorzien dat er een tijd zou komen dat iedereen altijd en overal bereikbaar zou zijn? Niemand ! Ik heb de tijd meegemaakt dat in onze wijk er maar een par mensen waren met een telefoon thuis. Er was voor noodgevallen een publieke telefooncel. Dat is ondertussen verworden tot een object waar je een heel verhaal moet over vertellen om het duidelijk te plaatsen bij je kleinkinderen. ("Oh ja, zoals bij Doctor Who !")
Toen we in 1998 samen naar Rome gingen, keken Anny en ik, stomverbaasd naar al die op straat telefonerende mensen. Bij ons was dat nog uitzonderlijk, in Rome had toen al zowat iedereen een GSM. Ze snorden je telefonerend voorbij op hun Vespa's.
Nu heeft een kind in het eerste studiejaar al een GSM op zak...

Ik vind die dingen relatief duur, maar de levensduur bij de jongeren is minder dan één jaar !

We hebben een economie opgebouwd die bestaat uit wegwerpartikelen, en we putten de mogelijkheden van de aarde in ijltempo uit. We vergiftigen die zelfde aarde, en stouwen haar vol met afval.

Eigenlijk zijn we bezig op een onverantwoorde manier alle middelen uit te putten en een lege toekomst te creëren voor wie na ons komt.

De huidige bewindvoerders (en daarbij denk ik heus niet alleen aan rechts), willen het bestaande systeem in gang houden, en kiezen dus voor een systeem van volledige tewerkstelling, productie, groei-economie... We moeten ons dringen gaan beraden of dat wel het goed antwoord is ! Moeten we niet gaan pteren voor een totaal nieuw maatschappijbeeld, voor een totaal ander idee over de manier waarop de mens kan en moet gaan leven?
Als we producten gaan maken met als hoofddoel het stukgaan, dan is het toch duidelijk dat er iets mis is????

We moeten naar mijn gevoel gaan nadenken of we het wereldbeeld niet totaal moeten gaan herdenken, is het echt nodig dat iedereen gaat werken? Moeten we niet gaan denken aan het toekennen van waarde aan andere zaken, aan andere vormen van bestaan?

Eén ding kunnen we misschien al leren uit de huidige economie: het aandeel van de dienstensectoren is steeds zwaarder geworden. Op zich is dit iets waar geen productie bij komt kijken, men geeft waarde aan het verlenen van diensten. Ik denk dat we misschien ergens in die richting verder kunnen gaan, en terug waarde geven aan dingen die we nu niet meer doen wegens te duur ?
Ik heb de oplossing niet, maar we moeten er dringend naar op zoek, en we moeten dringend de mensheid andere waarden gaan geven !

tot de volgende ?

dinsdag, oktober 21, 2014

m'n nieuwe sletsen

Voor de West-Vlamingen: m'n nieuwe sluffers (sleffers in sommige streken), voor de anderen gaat het gewoon over mijn nieuwe pantoffels...

Ik geloof dat het Picasso was die zei dat ieder kind een kunstenaar was, maar dat het heel moeilijk was om kind te blijven. Die sletsen zijn een bewijs dat ik er in slaag nog steeds een beetje het kind in mij levend te houden...

Ik heb ze gevonden op de rommelmarkt (of waar dacht je?)... Ze lagen in een doos met waar zo wat van alles in lag, en ik zag meteen dat ze naar mij lagen te lachen. Dat waren de sletsen die ik van doen had, nu de koude dagen er aan komen !

Ik vind ze heerlijk grappig, en ik weet zeker dat heel wat mensen die me er mee zullen zien, zich vragen zullen stellen over mijn geestelijke gezondheid... Die is nog steeds in orde, dank u, alleen hou ik er van een beetje buiten de rijen te springen, op te vallen, kortom wat extravagant te doen... Ik zie nu mijn oudste zuster haar voorhoofd in ontelbare rimpels trekken "Wat heeft ie nu weer ?". Niets zusje lief, niets, ik ben perfect gezond (buiten die rug en die nek en die schouder) en er is niets mis met mijn verstandelijke capaciteiten... Ik choqueer gewoon graag een beetje het mensdom, ook al is het maar met een paar rare sletsen.

Eigenlijk is er niet veel raars aan de sletsen op zich, het is eerder dat je ze hier in ons landje niet verwacht aan voeten van beschaafde westerlingen te zien. (Misschien ben ik niet echt beschaafd?)
Mocht je die sletsen zien in hun land van oorsprong dan zou je waarschijnlijk zeggen: "Kijk eens, dat is toch mooi, die typische klederdracht !" en er een foto van nemen. Als je ze hier ziet aan de voeten van een gewone kleurloze Belg van Vlaamse origine, dan kijk je gek op.

Het is misschien ook ergens in mijn achterhoofd, een uitgestoken hand naar onze nieuwe Belgen van Oosterse origine (Al moet ik in het geval van die sletsen misschien eerder spreken over een vriendelijk aanreiken van een grote voet (maat 46))...
Je raadt het al, het zijn dus sletsen die je eerder verwacht in een kasba of in de soeks ergens in Tunesië of Marokko of daaromtrent...

Helemaal in vilt, aan een kant in stemmig grijs, en aan de andere kant (de buitenkant van de voet) in kleurig gevlekt vilt met daarop een kameel, en natuurlijk uitlopend in een spitse punt, die heerlijk omhoog gekruld naar de zon zoekt. Warm ! Ik vraag me eerlijk af waarom ze ginder, in die warme streken net zo'n warme sloefen maken ??? Of is het eerder een isolatie tegen de hete grond waarop ze moeten lopen?

Maar ze zitten heerlijk, en Anny schrikt telkens als ik afkom, want ik loop zowat onhoorbaar rond op die vilten dingen.  Alleen... Ik moet niet vergeten andere dingen aan mijn voeten te doen om naar buiten te gaan. Niet dat mijn buren me niet mogen zien, maar vilt is niet waterdicht, en ons klimaat niet zo droog als dat ginder ver in de woestijn.

Wat die pantoffels ook hebben ? Ze zitten heel ruim ! Wellicht is dat omdat ze niet gemaakt zijn naar het model van de voet, en geen links en rechts hebben, maar gewoon de punt netjes in het midden hebben. Dus moet je wat meer plaats voorzien, anders zitten je grote tenen klem.

Ik weet het, het is een beetje absurd om woestijnkledij te dragen in ons regenland, maar ik vind ze mooi, ze zitten heerlijk en ze zijn warm. Meer moet dat niet zijn.

Morgen moeten we allebei even naar de huisdokter, we gaan om onze jaarlijkse griepprik... Hopelijk kunnen we daarmee de jaarlijkse winterziektes een beetje vermijden. We horen nu bij de "risicogroep", gezien onze leeftijd. Een leeftijd waar ik me nog dagelijks over verwonder ! Toen ik jong was, leek dat zo verschrikkelijk ver weg, dat ik helemaal niet verwachtte ooit zo ver te geraken, en nu ik er ben, lijkt het eigenlijk nog helemaal niets, en mijn jaren in de Chiro lijken nog steeds de dag van gisteren. Gek eigenlijk. Je hebt de leeftijd, maar je voelt je helemaal niet oud. In tegendeel, ik voel me zo jong dat ik het nog steeds heerlijk vind gek te doen, al was het maar met een paar gekke sloefen...

tot de volgende ?