Image by roel1943 via Flickr
Vandaag gelezen: Borstvergroting leidt in 25% van de gevallen tot chronische pijn.Een mens zou geneigd zijn te denken: eigen schuld, dikke bult (twee bulten in onderhavig geval), maar wellicht zijn er ook dames die tot een dergelijke ingreep overgaan om heel menselijke redenen. Denk bijvoorbeeld aan de dames die een borstamputatie gehad hebben, en die op die manier hun zelfbeeld een beetje willen restaureren...
Maar toch hoop ik dat die kwart pijnpatiënten dan allemaal te vinden zijn bij de borstvergrotingen uit "hoogmoed", om het eens ouderwets uit te drukken. We lezen immers dat filmster X voor de derde keer haar borsten liet vergroten, dat Miss Y haar titel behaalde dank zij een fikse borstvergroting en ga zo maar door... Onnodige ingrepen, puur om er in eigen ogen (en hopelijk ook andere) beter uit te zien dan de natuur eigenlijk bedoeld had...
Maar eigenlijk gun ik niemand chronische pijnen toe. Zelfs niet die trutjes die menen zo meer en beter te behagen. Want, och, eigenlijk is die borstvergroting maar een wat meer uitgediepte vorm van make-up.
Wij kijken met meewarigheid naar de zwarte medemens die zijn gezicht verfraaide met allerlei littekens, maar smeren zelf ons gezicht vol met allerlei kleurige smeerseltjes. Als ik 's morgens opsta en ik zie rond mijn ogen donkere diepe verkleuringen, dan weet ik dat ik er doodziek uitzie, en wellicht ook ben. Als je een dame ziet met diezelfde donker schaduwen rond de ogen, dan is het wellicht make-up. Je moet er eens goed opletten hoeveel van die "mooie" make-up eigenlijk gelijk is aan de kleuren van doodzieke mensen, koortsblos, donkere schaduwen rond de ogen... Die littekens van onze zwarte medemensen zijn niet zoveel gekker!
Om een of andere reden zijn rimpels ook uit den boze. Terwijl ik de vrolijke mens herken aan zijn lachrimpeltjes, stoppen veel vrolijke dames die tekens van goed humeur weg onder een laag pleisterkalk. Ook grijze haren moeten zo nodig in een ander kleurtje, die dan meestal helemaal niet lijkt op een natuurlijke kleur. Ik kende ooit een dametje van dik in de zeventig die steevast rondliep met een strogeel en heel jeugdig gekapt kopje, zodat je iedere keer als je haar eerst op de rug zag, en ze zich dan omkeerde weer het lazarus schrok. 't Menske is nu al enkele jaren dood, maar iedere keer ik langs haar voormalig huisje passeer denk ik op haar...en haar kleurtjes, want ook haar gezicht was opgeverfd. 't Kwam misschien omdat haar man vroeger schilder was ?
Nee, geef mij maar de natuur. Voor mij is het net als met alles, ik hou niet van het te volmaakte, het te afgelikte, het te mooie... Voor mij zit de schoonheid net in dat kleine foutje, dat kleine stukje onvolkomenheid. Als een werkelijk volmaakt beeld ziet, met alle maten precies zoals het ideaal moet zijn, dan voelt dat niet natuurlijk aan. Het is té om mooi te zijn. Ik denk soms dat het net die kleine onvolkomenheden zijn die licht werpen op het andere, het zeer mooie in ieder mens. Ik kende ooit een verschrikkelijk lelijk mensje, een gezicht om weg te stoppen, maar ze was mooi door haar vriendelijkheid. Ze was altijd goedgezind, had voor iedereen een goed en vriendelijk woord over, was voor alles en nog wat dankbaar en hielp waar ze maar kon, zonder dat het moest gevraagd worden. Een crème van een mens! Alleen de eerste keer zag je die lelijkheid, nadien nog alleen het mooie.
En omgekeerd, we kennen wel allemaal links of rechts een heel mooie mens, die zich lelijk maakt door zijn omgaan met anderen...Die onvriendelijk is, nooit de handen durft uit de mouwen te steken, die nurks is en onhebbelijk, en alleen aandacht heeft voor heteigen persoontje...
Met andere woorden, mooi zijn heeft maar heel weinig uit te staan met het uiterlijk. Neem nu Bertje, een dwerg... Met een bril met van die jampottekesglazen, en dat typische uiterlijk. Maar hij was graag gezien, omdat hij vriendelijk was, en zijn mismaaktheid zelf weglachte. ( "De zondag moet ik van ons moeder altijd eerst naar de mis" Bertje was zeventig... "Leeft Uw moeder nog?" "Nee, maar ze heeft gezegd dat ik mocht doen wat ik wilde als ik groot was, maar zolang ik klein ben moet ik de zondag naar de mis"...)
Heerlijke mensen zijn niet volmaakt. Ik huiver van het volmaakte. Ik heb het je al gezegd in vroegere blogs, als ik eens lees in zo'n Heiligenleven, dan wil ik geen zo'n volmaakte, heilige mens in mijn omgeving! Altijd voorspelbaar en niet goed, maar karamellenzoet...brr... Ik mag er niet aan denken. Bovendien zijn dat voor mij geen heiligen, voor mij kun je maar heilig zijn als je ook fouten hebt, als je net die fouten verbetert... Net zoals een moedige soldaat een gekke soldaat is! Een echte moedige soldaat is diegene die dood van schrik zijn schrik overwint. Anders is het geen moed, maar waanzin. Geen heiligheid maar suikerzoetigheid. Geen schoonheid maar afgelikte volmaakte prentjesachtigheid.
Geef mij maar een schone lelijkaard, een doodsbange moedige, een vechtende heilige.
Maar geef mij geen saaie volmaaktheid.
Een van de mooiste schilderijen die ik ooit zag was een oude tuinman, ik weet niet meer van welke schilder het was, maar je zag in het tegenlicht een oude gebogen gaande man, met in de hangende armen een paar bloempotten, een gezicht als een landkaart zo vol rimpels, ogen waarvan het blauw verwaterde, maar met lachrimpeltjes en een monkel om de mond... Je kon de man echt niet mooi noemen, maar toch was hij net daarom zo schoon...
En toch...toch verwachten wij van de andere de volmaaktheid. Want als de ander niet precies handelt volgens wij verlangen, dan is het niet goed. Voor onszelf hebben we minder strenge normen.
Ergens moeten we daarvan leren... Moeten we ons verwachtingspatroon bij stellen, moeten wij leren ook schoon te zijn, door vriendelijkheid en behulpzaamheid, binnen ons kunnen. En iedereen kan wel iets...
Nee, het zijn niet de kleren die de man maken, het is zijn Zijn.
tot de volgende ?