Image via WikipediaImage via WikipediaVanmorgen wakker geworden van de kletsende regen, en toen ik een uurtje later aan het turnen was, was het afwisselend aan het gieten en aan het sneeuwen... Grote dikke vlokken.
Het blijft uiteraard niet liggen, met al die regenbuien tussendoor. Het is alleen maar vuil smerig weer.
Het is nog niet eens winter... Nog een dag of drie, en dan begint de winter pas officieel. Alhoewel ze ons tegenwoordig met allerlei andere data voor de aanvang van de winter om de oren slaan. Ik hou me maar vast aan 21 december, dat ben ik gewoon, en de anderen die doen maar. De eerste dag van de winter is dan ook de dag waarop de kortste dag en de langste nacht er is... Van dan af komt het licht terug... Oef.
Eigenlijk vind ik daar iets niet logisch aan... De dagen lengen en de kou neemt toe. Je zou denken als er meer zon komt, dan moet het toch verwarmen? Maar blijkbaar heb ik het weer eens niet goed gesnapt. Of er zijn andere krachten aan het werk. Ik weet het niet, ik ga het ook niet opzoeken. Ik moet niet alles weten, er mogen gerust nog pakken onwetendheid over blijven, heb ik nog dingen om mij te verwonderen.
Ik zou niet graag alles weten. Geen vragen meer hebben, geen nieuwsgierigheid... Wellicht dan ook geen fantasie meer, want dan zou het de facto niet kloppen met de vergaarde kennis.
Nee, laat mij maar hele pakken vragen hebben...
En laat er maar een heel deel van zonder oplossing.
Ik heb het gevoel dat mijn kop veel te klein is om alles er in te stoppen, en ik weet nu al zo veel dingen die eigenlijk nutteloze bagage zijn... Dingen waar ik niets mee doe, die er alleen zijn door mijn nieuwsgierigheid. Niet weten is dan ook een vorm om mijn nieuwsgierigheid wat te beteugelen.
Zo heb ik een boek gekocht over de gulden snede... Dat is een van de vele dingen die me intrigeren. Waarom ziet een schilderij, een beeld er beter uit, als het gemaakt is met de principes van de gulden snede ? Als je een foto maakt, en je zet het onderwerp netjes op die gulden snede, dan lijkt het veel mooier, veel beter, veel natuurlijker. Waarom ?
Bijna gelijklopend (niet helemaal exact, maar sterk benaderend) heb je de getallenreeks van Fibonacci... 0,1,1,2,3,5,8,13,21,34,55... telkens de som van de twee voorgaande getallen... De kromming van een slakkenhuis, de plaatsing van de bloemblaadjes, de plaats van de zaadjes bij een zonnebloem... Allemaal volgens die gekke manier van "rekenen"... Waarom ?
Ik hoop in het boek een antwoord te vinden, maar wellicht eindig ik met veel meer vragen dan ik nu reeds heb...
Dat is meestal zo... Hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet.
Ieder stukje weten roept telkens weer meer vragen op.
Een mens vraagt zich op den duur af of weten wel een antwoord is.
Wat is het toch dat ons steeds doet jagen naar kennis? De vruchten van de boom van kennis ? De Jood die ooit dat boek schreef was blijkbaar ook al tot de ontdekking gekomen dat weten niet alles is, maar niet weten lijkt ook maar niets. Het doet me op een bepaalde manier denken aan het maken van een kunstwerk, neem een schilderij... Eén van de moeilijkste dingen is het weten wanneer je moet stoppen met schilderen. Op een gegeven moment verbeter je het werk niet meer, maar is iedere toevoeging een verslechtering van het werk. Met weten lijkt het me ook een beetje zo... Je moet weten wanneer je moet stoppen, en daar is het nog veel moeilijker dan bij dat schilderij. Bij het schilderen heb je nog een overzicht, een kijk op je werk, bij weten niet. Net omdat weten vragen blijft oproepen.
De mens is gedoemd te weten, en vooral te weten dat hij niet weet...
Heb je ook al eens staan kijken naar een zwakzinnige, iemand die letterlijk zwak van zinnen is. De meesten van die mensen zien er altijd heel gelukkig uit. Ze leven alleen maar, zonder vragen en zonder halve antwoorden... Het leven is gewoon een opstapeling van momenten, zonder hoogtepunten, zonder diepten...
Maar je ziet ook diep ongelukkige zwakzinnigen, waarom zijn die dan mistroostig ?
Waarom is de ene hond speels en duidelijk content, en de ander sjagrijnig en bijterig ?
Kijk, zelfs daar rijzen vragen...steeds maar weer: vragen, vragen, vragen...
Is het dan verkeerd te denken dat ik niet overal een antwoord moet op hebben?
Dat we echt niet alles moeten weten?
Dat de meester zich toont door de beperking ?
Of is het ons lot steeds te blijven vragen, te blijven zoeken?
Willem Kloos schreef: "Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.", maar dan een God met veel vragen... Goddelijk door het vermogen te denken, menselijk door het niet weten...
tot de volgende ?
(foto van Willem Kloos, en tekening van een rechthoek die de verhouding van de Gulden Snede illustreert)