woensdag, april 29, 2020

putje maken...

Ze zijn hier, aan de hoek van de straat een put aan 't maken, met enorm veel lawaai van machines.

De bedoeling zou zijn dat ze willen weten wat er daar allemaal onder de grond zit, en of de riolering daar zit...

Eigenlijk is dat een bewijs te meer dat men in heel veel gevallen niet weet wat en waar wat zit in onze ondergrond. Ik herinner mij, van een hele tijd geleden, dat er hier twee mannen weg en weer aan 't lopen waren aan de straat voor mijn huis. Het bleek dat ze de riolering zochten. Er moest hier ergens een putdeksel zitten, en ze vonden het niet.

Ik toonde hen het putdeksel dat half op het voetpad, half in mijn voortuin ligt. "Da' kan nie' ! Da' mag daar nie' liggen ! Het ligt op privéterrein !"

Ik heb ze uitgelegd dat ik die put daar niet heb gelegd... ze lag daar al toen mijn huis gebouwd werd.

Misschien hebben ze bijgeleerd, zijn ze door ervaring wijzer geworden, en maken ze nu een put of putten (ook aan de andere kant van de wijk zijn ze bezig)...

Ik ben benieuwd wat ze allemaal gaan vinden en niet vinden...



Ik behoor tot de "ouderen", en dus ben ik nog meer dan heel wat anderen aan mijn huis gebonden door Corona. Ik ben al een keer bij de fruitboer geweest, en twee keer bij de apotheker, en dat is al. Maar nu moest ik, willen of niet, toch naar buiten. Door het overlijden van Anny zijn nu (!) plots mijn rekeningen geblokkeerd, en de enige manier om de rekeningen te betalen, is deze rekeningen naar de bank te brengen en ze daar de betaling te laten doen. (Absurd hé ?)...

Normaliter mag je niet (of alleen bij hoge noodzaak) binnen in de bank. Maar nu ze mijn situatie kennen, laten ze mij wel binnen om de zaken te kunnen regelen.

Ik had de indruk dat ze eigenlijk content zijn om iemand te mogen binnen laten.

Natuurlijk vroegen ze dan - gezien de reden van het gebeuren - hoe het is... Ik begon met te zeggen dat het eigenlijk redelijk goed ging, maar stelde tot mijn eigen verbazing vast dat mijn keel, bij het vertellen toegesnoerd werd, en ik een krop in de keel kreeg.
't Is dus niet goed, nog niet goed.
Het verdriet zit maar onder een ragdun laagje.

Dat zal wellicht normaal zijn, en het was eigenlijk ook een van de eerste keren dat ik tegen echte mensen (en niet virtueel via Whatsapp, of Messenger of Google Duo (veruit het beste !)) kon praten.
En dat is duidelijk iets anders. De stem uit je smartphone ( ik schreef bijna snertphone) of de PC is anders. Het echte contact, ook al is het zonder lichamelijk contact, zonder handjes schudden, zonder beleefdheidskus.

Het zal moet slijten.
En ik mis haar zo erg.

Het weten dat ze er niet is. Dat ze niet zal antwoorden, dat je niets moet zeggen, dat er toch geen antwoord komt. Het aanraken...

Toen onze Koen is gestorven, toen was (is) dat enorm pijnlijk...maar we hadden elkaar, ook al zegden we niet zoveel, we voelden elkaars pijn en elkaars medevoelen. Nu zit ik alleen. Gelukkig komt Veerle met mijn middageten, en komt ze de kiekens eten geven en de eieren roven... dat is niet hetzelfde.

Als je me nu zou vragen wat liefde is, dan denk ik aan een allesvullende aanwezigheid, aan het zijn binnen de ander, als iets wat heel je ruimte, heel je zijn vult met een warmte. Alleen, je bent je daar op dat moment niet op die manier bewust van.

Je voelt dat pas als dat gevoel er niet meer is, als het ontbreekt, als je het mist.

djudedju

Geen opmerkingen: