Het is niet te geloven, maar plots lijken er weer overal wandelstokken op te duiken...
In Gent (Flanders Expo) is het niet alleen plezant omdat we dan een lange babbel hebben met de achterneef van Anny, maar het is ook telkens een mooie rommelmarkt.
En voor mij kon de dag niet meer stuk ! Ik heb er weer twee wandelstokken gekocht, een Afrikaans, met gebeeldhouwde koppen (en van dat loodzware hout), en een heel mooie, heel speciale, in een soort marquetterie... Maar niet echt. Ik denk dat men stukken hout van de meest diverse soorten aan elkaar heeft gelijmd en op die manier één stok heeft gemaakt. Die heeft men dan afgedraaid, zodat er een mooie ronde stok is ontstaan die bestaat uit allemaal andere soorten hout. Het is wel heel mooi, en Anny suggereerde al een paar keer dat ik die moet gebruiken, hij is mooi !
En om het nog gekker te maken, ik vond ook nog een mooi Afrikaans beeldje (Senufo)... Het ziet er oud uit, maar ik ben er niet zeker van. De aankleding van het beeld lijkt me wat te nieuw en te mooi, al kan het natuurlijk wel dat men nieuwe "kleren" aan een oud beeld bevestigde... Maar hoe dan ook, het is een mooi beeldje, in die typische stijl van de Senufo-stam.
Ik heb het al gezegd, je kunt honderd markten aflopen en niets vinden, en dan plots lijkt het vol te liggen. De Afrikaanse kunst heeft meer dan een jaar op een heel laag pitje gestaan, bijna niets moois te vinden, en wat er lag was veel te duur voor mijn hobby, en nu lijkt het plots weer overal op te duiken en kelderen de prijzen.
Beursspeculatie in Afrikaanse kunst ? Het is in ieder geval een bizar fenomeen. Iets wat ik ook geleerd heb in de loop der tijden, is van wat je interesseert ook de prijs te vragen, ook als je er van overtuigd bent dat dit een heel stuk boven je budget ligt, want soms krijg je dan een verrassing cadeau, en hoor je een prijs die onmogelijk laag ligt. Ik heb hier beelden staan waarvan je verwacht dat ze minstens 100 euro zouden gekost hebben, die ik kocht voor zeven, acht euro... Gewoon niet te doen ! Hoor je een prijs die maar iets boven je budget ligt, dan moet je beginnen met behoorlijk zwaar af te bieden. Ik begin dan gewoonlijk met een beetje geringschattend: "Da's wel een beetje duur hé ???" Krijg ik geen reactie dan ga ik verder, en soms is dat weggaan al voldoende om te horen " Wat zou jij er dan voor geven?" en dan kan het spel van op- en afbieden beginnen... Begin laag, maar doe geen belachelijk bod, je moet je bod eventueel kunnen verantwoorden op een logische manier. Het is immers zo dat veel van die mensen geen specialist zijn in de materie, en dat je ze met zinnige argumenten kunt overtuigen, en meestal hebben zij die dingen uit een opkoop van een leegstaand huis of een zolderopruiming, waarbij ze in veel gevallen niet alleen niet betaald hebben, maar ook nog betaald werden om de boel op te kuisen... Je hebt dan een werkelijke marge om te onderhandelen !
Ik ben helemaal geen specialist, maar ten opzichte van de doorsnee ben ik dat wel. Ik ken er immers iets van, waar de meesten er niets van kennen. Ik heb al de vraag gekregen "Wat zou jij daarvoor vragen?", omdat ze weten dat ik wel iets van de waarde van die dingen weet. Als je hen dan goede raad hebt gegeven, dan kun je de volgende keer, als er iets is dat wel je gading is, rekenen op een gunstprijs... dienst en wederdienst.
Daar wij zowat iedere week op de markten te zien zijn, in een betrekkelijk klein gebied, zijn er heel veel kramers die ons kennen, en velen er van behoren dan ook tot een soort kennissen-kring, er is een wederzijds kennen en je kunt rekenen op een bijna automatische prijsaanpassing in je voordeel. Ik overdrijf niet, je ziet iets staan met een etiket 20 euro er op, ik kijk er naar, en de verkoper zegt, heel stilletjes "Voor u 12 euro !"....
Dat is het leuke van de markt, die babbel, die "vriendschap"... In Gent komt er een man naar me toe, ik ken hem als de man die op alle markten te zien is met reclame voor de rommelmarkt van Welle... " Ik zit in de mizerie, man ! Gisteren is mijn vader gevallen, en nu ligt hij met een been en zijn heup gebroken in het hospitaal ! " " Oei, dat is erg (en de man voor me lijkt een end in de vijftig) Hoe oud is je pa?" "Vierentachtig !" Oei, aan diene ouderdom ! dat is kwaad !" " Tedju, dat is van die pillen hé, en hij drinkt dan nog graag een glas wijn, en die twee te samen !" Ik knik en trek een bedenkelijk gezicht... " 't Beste hé !" "Danke..." zegt hij, het hoofd schuddend alsof hij het al heeft opgegeven...
Anny vraagt: "Wie was dat? Kende den diene?" Ik leg haar uit dat dit de man is van de briefjes van Welle... "En kent hij u ?" "Alleen van die briefjes en van eens een vlugge babbel"... Anny zwijgt eventjes... " Toch raar hé, dat hij dan tegen u van zijn pa begint?" "Hij zal het eens hebben moeten kunnen zeggen tegen iemand zeker..." Dat maakt voor mij "DE" markt... Een wat vage onbestemde vriendschap, ik ken hun naam niet, en zij wellicht ook de mijne niet, maar op de markt horen wij tot hun intieme kring. Snap je nu waarom ik niet noodzakelijk iets moet vinden, iets moet kopen, om een leuke markt te doen?
Mensjes kijken, mensjes ontmoeten, mensjes aanspreken, samen met mensjes lachen, samen over hun zorgen praten... Ik vind het heerlijk.
tot de volgende ?
maandag, november 03, 2014
zaterdag, november 01, 2014
Priester Midden de Kerke...
Als man, die van heel dichtbij geconfronteerd is geweest met pedofilie, wil ik, heel kort ook eens nadenken over "de pedofiele priester"...
Het is héél erg moeilijk om pedofilie te vergeven... Als ik me niet vergis zei zelfs Jezus, de Christus, dat wie kinderen iets misdeed, beter met een molensteen om de hals, in het diepste van de zee werd geworpen.
De reden waarom vergiffenis zo moeilijk is, is omdat je ziet dat de getroffen kinderen eigenlijk nooit meer echt volledig vrij worden van wat hen is aangedaan. Heel hun gedrag, hun leven, hun kijk op de medemens wordt blijkbaar blijvend beïnvloedt door wat ze ondergaan hebben.
Daardoor is de daad op zich nooit ten einde, er komt nooit een einde aan de gevolgen. Geen wonder dat dan vergiffenis zo verschrikkelijk moeilijk is.
Een tweede zaak is of je de dader een nieuwe kans moet bieden om te fungeren in de maatschappij. . .
Daar moet je naar mijn gevoel twee zaken voor ogen houden.
1) Als ze hun straf hebben uitgezeten, dan lijkt het dat die straf ook werkelijk moet ten einde zijn.
2) Maar het is een soort van misdaad die uiteindelijk nooit een einde kent bij de slachtoffers, het is dus een verschrikkelijk iets voor de slachtoffers om de dader zo maar terug te zien in hun oude functie, functie die hen gelegenheid gaf om tot dergelijke daden over te gaan.
Dus moet men wel de straf zien als beëindigd, maar moet men rekening houden met de slachtoffers. Dus moet men in ieder geval dergelijke mensen niet meer een beroep laten uitoefenen waarbij zij meer dan normaal kansen krijgen om terug over te gaan tot nieuwe daden van pedofilie, en men moet zorgen dat de dader nooit meer in de omgeving van zijn slachtoffers en hun rechtstreekse familie kan komen.
Dus, voor mij mag die priester beschouwd worden als iemand die zijn straf heeft gehad, mag hij terug in de maatschappij komen, maar met restricties in die zin dat hij niet meer de gelegenheid op een schoteltje krijgt aangereikt om opnieuw tot pedofilie over te gaan. Laat hem ergens priester zijn in een bejaardentehuis of zoiets, waar geen kinderen zijn. En dat op een plaats die behoorlijk ver is van de woon- en werkplaats van zijn slachtoffers.
En eerlijk, uit eigen ervaring kan ik je zeggen dat het héél erg moeilijk is om zelfs maar over vergiffenis te denken, als het gaat over je eigen bloed !
Meer wil ik daarover niet kwijt.
Tot de volgende ?
Het is héél erg moeilijk om pedofilie te vergeven... Als ik me niet vergis zei zelfs Jezus, de Christus, dat wie kinderen iets misdeed, beter met een molensteen om de hals, in het diepste van de zee werd geworpen.
De reden waarom vergiffenis zo moeilijk is, is omdat je ziet dat de getroffen kinderen eigenlijk nooit meer echt volledig vrij worden van wat hen is aangedaan. Heel hun gedrag, hun leven, hun kijk op de medemens wordt blijkbaar blijvend beïnvloedt door wat ze ondergaan hebben.
Daardoor is de daad op zich nooit ten einde, er komt nooit een einde aan de gevolgen. Geen wonder dat dan vergiffenis zo verschrikkelijk moeilijk is.
Een tweede zaak is of je de dader een nieuwe kans moet bieden om te fungeren in de maatschappij. . .
Daar moet je naar mijn gevoel twee zaken voor ogen houden.
1) Als ze hun straf hebben uitgezeten, dan lijkt het dat die straf ook werkelijk moet ten einde zijn.
2) Maar het is een soort van misdaad die uiteindelijk nooit een einde kent bij de slachtoffers, het is dus een verschrikkelijk iets voor de slachtoffers om de dader zo maar terug te zien in hun oude functie, functie die hen gelegenheid gaf om tot dergelijke daden over te gaan.
Dus moet men wel de straf zien als beëindigd, maar moet men rekening houden met de slachtoffers. Dus moet men in ieder geval dergelijke mensen niet meer een beroep laten uitoefenen waarbij zij meer dan normaal kansen krijgen om terug over te gaan tot nieuwe daden van pedofilie, en men moet zorgen dat de dader nooit meer in de omgeving van zijn slachtoffers en hun rechtstreekse familie kan komen.
Dus, voor mij mag die priester beschouwd worden als iemand die zijn straf heeft gehad, mag hij terug in de maatschappij komen, maar met restricties in die zin dat hij niet meer de gelegenheid op een schoteltje krijgt aangereikt om opnieuw tot pedofilie over te gaan. Laat hem ergens priester zijn in een bejaardentehuis of zoiets, waar geen kinderen zijn. En dat op een plaats die behoorlijk ver is van de woon- en werkplaats van zijn slachtoffers.
En eerlijk, uit eigen ervaring kan ik je zeggen dat het héél erg moeilijk is om zelfs maar over vergiffenis te denken, als het gaat over je eigen bloed !
Meer wil ik daarover niet kwijt.
Tot de volgende ?
vrijdag, oktober 31, 2014
Herfstfeest
Gisteren was het weer Herfstfeest van Ziekenzorg Mater-Welden in De Drie Sleutels...
Iets voor twaalf uur stonden Anny en ik daar voor de deur, want Anny zet ook voor het feest de koffie... en met die grote ketels moet je dat al heel vroeg opzetten. Mijn taak was het smeren van de boterhammen (22 broden !!!). Er waren rozijnenbroden en koekebroden. Nadat de koffiemachines gevuld waren en aan het werk, kwam Anny helpen met smeren.
Tegen dat we gedaan hadden met smeren had ik al weer heel veel pijn... De reden is simpel, je kunt niet smeren terwijl je op de tafel leunt, dus moet je rechtop zitten, en daar dit een hele tijd duurde, was dit voldoende om pijn te hebben. Anny kreeg ook pijn van het smeren, gewoon omdat zitten nu eenmaal pijn doet bij haar.
Maar och, het is voor een goed doel en dus hebben we het er voor over.
Rond 13 uur kwamen er al een deel van de medebestuurleden aan, die 's morgens al de tafels al hadden gezet, de tafels hadden gedekt, prachtig versierd ( door Beningna), de tafels met de vele tombolaprijzen stonden er ook al, en Anneke had de broden al gehaald bij de bakker.
Zo'n feest heeft heel wat voeten in de aarde ! Er is heel wat werk aan, maar het moet en is voor de leden werkelijk een feest ! Als attractie kwam Lucien Cleppe een monoloog brengen, een sappige versie van Charelke Dop van Ernest Claes. De man is een gekend acteur, die onder meer gekend is door zijn rol in de leuke film van AVS (regionale TV) waar hij een van de broers (boeren) was, onder de duim gehouden door hun zus Cordule...
Iedereen heeft genoten, het was passend in het jaar van de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog, dat we iets over die oorlog brachten. Ook al was het over een minder heldhaftige rol, maar oh zo menselijk... Charelke Dop was een zwarthandelaar, die zeer zorgvuldig te werk ging, en na de oorlog zelfs gedecoreerd werd voor zijn vaderlandsliefde... Oook toen al regeerde het geld, en Charelke was rijk geworden...
Het was voor iedereen een heel herkenbaar iets... en het werd leuk en sappig verteld door Lucien !
Nadien was er de koffietafel, iedereen genoot van de lekkere koffie en lekkere boterhammen. En tot besluit werden de prijzen uitgeloot en iedereen had prijs in de mooie gratis tombola. (Er waren onder meer enkele van de dakpannen die we gemaakt hadden in de hobbyclub van Ziekenzorg !)
Maar waar het feest voor de leden dan voorbij was, kwam er voor de medewerkers nog heel wat werk... De boel opkuisen, tassen, bordjes afruimen en afwassen, de tafelversieringen en de kaarsjes verzamelen, de papieren tafelkleden oprollen en in de afvalcontainer doen, en de tafels en de stoelen... Maar op dat moment kwam men ons zeggen dat er 's anderendaags weer een activiteit was, en dat de tafels mochten blijven staan... Oef ...
Na een uur heb ik Anny van achter de wastafel gehaald, en haar bevolen te stoppen. Ik zag dat ze enorm veel pijn had, maar ze wil dat niet tonen. Gelukkig steunden alle mensen in de omgeving me, en Anny stopte... We hebben afscheid genomen, en aan de anderen het resterende werk gelaten. Thuisgekomen heeft Anny zich neergelegd in de zetel... We hebben nog wat TV gekeken (Het lichaam van Coppens, ons wekelijkse stukje leuke wetenschap op VTM)
En dan zijn we de trap opgesukkeld, en ons neergelegd in het bed, mort pour la patrie...
tot de volgende ?
(Op de foto: geboortehuis Ernest Claes)
Iets voor twaalf uur stonden Anny en ik daar voor de deur, want Anny zet ook voor het feest de koffie... en met die grote ketels moet je dat al heel vroeg opzetten. Mijn taak was het smeren van de boterhammen (22 broden !!!). Er waren rozijnenbroden en koekebroden. Nadat de koffiemachines gevuld waren en aan het werk, kwam Anny helpen met smeren.
Tegen dat we gedaan hadden met smeren had ik al weer heel veel pijn... De reden is simpel, je kunt niet smeren terwijl je op de tafel leunt, dus moet je rechtop zitten, en daar dit een hele tijd duurde, was dit voldoende om pijn te hebben. Anny kreeg ook pijn van het smeren, gewoon omdat zitten nu eenmaal pijn doet bij haar.
Maar och, het is voor een goed doel en dus hebben we het er voor over.
Rond 13 uur kwamen er al een deel van de medebestuurleden aan, die 's morgens al de tafels al hadden gezet, de tafels hadden gedekt, prachtig versierd ( door Beningna), de tafels met de vele tombolaprijzen stonden er ook al, en Anneke had de broden al gehaald bij de bakker.
Zo'n feest heeft heel wat voeten in de aarde ! Er is heel wat werk aan, maar het moet en is voor de leden werkelijk een feest ! Als attractie kwam Lucien Cleppe een monoloog brengen, een sappige versie van Charelke Dop van Ernest Claes. De man is een gekend acteur, die onder meer gekend is door zijn rol in de leuke film van AVS (regionale TV) waar hij een van de broers (boeren) was, onder de duim gehouden door hun zus Cordule...
Iedereen heeft genoten, het was passend in het jaar van de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog, dat we iets over die oorlog brachten. Ook al was het over een minder heldhaftige rol, maar oh zo menselijk... Charelke Dop was een zwarthandelaar, die zeer zorgvuldig te werk ging, en na de oorlog zelfs gedecoreerd werd voor zijn vaderlandsliefde... Oook toen al regeerde het geld, en Charelke was rijk geworden...
Het was voor iedereen een heel herkenbaar iets... en het werd leuk en sappig verteld door Lucien !
Nadien was er de koffietafel, iedereen genoot van de lekkere koffie en lekkere boterhammen. En tot besluit werden de prijzen uitgeloot en iedereen had prijs in de mooie gratis tombola. (Er waren onder meer enkele van de dakpannen die we gemaakt hadden in de hobbyclub van Ziekenzorg !)
Maar waar het feest voor de leden dan voorbij was, kwam er voor de medewerkers nog heel wat werk... De boel opkuisen, tassen, bordjes afruimen en afwassen, de tafelversieringen en de kaarsjes verzamelen, de papieren tafelkleden oprollen en in de afvalcontainer doen, en de tafels en de stoelen... Maar op dat moment kwam men ons zeggen dat er 's anderendaags weer een activiteit was, en dat de tafels mochten blijven staan... Oef ...
Na een uur heb ik Anny van achter de wastafel gehaald, en haar bevolen te stoppen. Ik zag dat ze enorm veel pijn had, maar ze wil dat niet tonen. Gelukkig steunden alle mensen in de omgeving me, en Anny stopte... We hebben afscheid genomen, en aan de anderen het resterende werk gelaten. Thuisgekomen heeft Anny zich neergelegd in de zetel... We hebben nog wat TV gekeken (Het lichaam van Coppens, ons wekelijkse stukje leuke wetenschap op VTM)
En dan zijn we de trap opgesukkeld, en ons neergelegd in het bed, mort pour la patrie...
tot de volgende ?
(Op de foto: geboortehuis Ernest Claes)
donderdag, oktober 30, 2014
45 jaar Internet
Nee, ik ga hier geen geschiedenisles geven, ik moet eerlijk bekennen dat ik van deze geschiedenis eigenlijk heel weinig ken, buiten het feit dat het ontstaan is uit een militair netwerk (Ik meen dat dit Intranet noemde ???). Verder gaat mijn kennis niet, en voor één keer interesseert een stuk geschiedenis me niet echt.
Maar Internet op zich, dat vind ik een grandioos ding ! Het is bijna letterlijk een deur op de wereld. Als er een ding is waardoor de wereld als klein ervaren wordt, dan is het dat internet. We kunnen rechtstreeks praten en elkaar ondertussen bekijken, we kunnen bijna ongelimiteerd kennis nemen van alles en nog wat, het is het middel waardoor heel wat aan het licht komt, het is ook iets wat enorm misbruikt wordt, en waar malafide personen geld uit de zakken kloppen van argeloze gebruikers.
Wie het echter voorzichtig en met overleg gebruikt, heeft heel de wereld aan zijn voeten. Eén ding spijt me, dat is dat ik onvoldoende talen ken om ook die dingen te lezen die je alleen in vreemde talen vindt. Ik moet eerlijk toegeven, dat waar ik verbaal behoorlijk uit de voeten kan met Engels en met Frans, ik vaststel dat lezen iets héél anders is. Niet alleen door het feit dat je niet steeds de link legt legt tussen het geschreven woord en het gedrukte, maar ook omdat mensen nu eenmaal een andere, veel uitgebreidere woordenschat gebruiken in schrijftaal dan wel in spreektaal. Ik zou regelmatig een woordenboek moeten gaan raadplegen, en ook al kan ik dat ook al op dat internet, ik doe het bijna nooit... Ik ben wellicht een beetje lui, maar het breekt ook de voor mij heel belangrijke band met de wereld die voor mij opengaat bij het lezen van een tekst.
Het voelt een beetje aan alsof je midden in een vrij-scène moet stoppen om op te zoeken waar BH voor staat... Je lust in vrijen zou wel héél sterk bekoelen op die manier. Voor mij bekoelt het lezen als ik moet gaan nadenken over de betekenis van een woord. Dus ga ik door gans de zin te lezen pogen de betekenis van het woord te achterhalen, maar geef toe, dat is lang niet altijd evident.
In mijn beroep moest ik heel vaak redevoeringen geven aan arbeiders, en ik heb het altijd als een must gezien, dat ik dat deed met woorden die tot het dagelijkse jargon hoorden van de mensen. Ik had geen behoefte het intellectueel niveau van die mensen op te krikken, nee, ik wilde een boodschap meegeven. Misschien stel je dat ook soms vast in mijn teksten, ik zal eerder iets omschrijven dan een geleerde term te gebruiken, het is gewoon een reflex geworden om me op die manier uit te drukken.
Wellicht doet dat mijn weerzin in het opzoeken van geleerde of vreemde termen nog wat toenemen, en werkt dit mee om me ongelukkig te voelen bij het "moeten opzoeken"...
Terug naar Internet... Ondanks kwaadwilligen die je opzadelen met virussen, Trojaanse wormen en andere onhebbelijkheden, oplichters die pogen je bankgegevens buit te maken om je rekening te kunnen plunderen, mensen die je adresgegevens inpikken en verkopen aan "de commercie" blijf ik het een zalig ding vinden. Ik kan dagen zoet zijn met lezen en het verrijken van kennis die ik wellicht nooit zal nodig hebben. Ik sta verbaasd te kijken als ik bij conflicten eens de uitleg van beide zijden bekijk. En het verwondert me helemaal niet als ik een reporter hoor verklaren dat hij stopt met dit werk, omdat hij het niet meer aan kan te liegen in opdracht. Nee, ik heb het niet over een reporter uit een of andere dictatuur, de man werkte in het land van de vrijheid (?) de USA...
En ik stel weer eens vast dat het nog steeds juist is, dat hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet... Maar als ik dan eens in een gezelschap zit, dan stel je weer vast dat die mensen dingen weten waar jij nog nooit aan hebt gedacht, en je hebt weer een hele wereld voor je liggen om op te zoeken, je in te verdiepen, bij te leren... en zoveel te weten dat je weet dat je het niet weet.
Ik vind het heerlijk... dan daar over te kunnen nadenken, en je eigen conclusies te vormen, weldoordacht op basis van een massa informatie. Conclusies waarmee je de goegemeente eens kunt doen opschrikken.
Ach, ik ben er mij heel goed van bewust dat ik een dikke kans heb iets te missen, en daardoor misschien iets te veel naar rechts of naar links te schuiven in plaats van het netjes in de waarheid in het midden te plaatsen... Maar dat biedt dan net weer de kans om bij te leren uit de reacties.
Last but not least... Internet hoort bij mijn pijnstillers ! Het is één van die dingen waar ik zo intens kan mee bezig zijn, dat de pijn ietwat naar de achtergrond schuift... En dat is voor mij misschien wel het opperste van het internetgeluk...
tot de volgende ?
Maar Internet op zich, dat vind ik een grandioos ding ! Het is bijna letterlijk een deur op de wereld. Als er een ding is waardoor de wereld als klein ervaren wordt, dan is het dat internet. We kunnen rechtstreeks praten en elkaar ondertussen bekijken, we kunnen bijna ongelimiteerd kennis nemen van alles en nog wat, het is het middel waardoor heel wat aan het licht komt, het is ook iets wat enorm misbruikt wordt, en waar malafide personen geld uit de zakken kloppen van argeloze gebruikers.
Wie het echter voorzichtig en met overleg gebruikt, heeft heel de wereld aan zijn voeten. Eén ding spijt me, dat is dat ik onvoldoende talen ken om ook die dingen te lezen die je alleen in vreemde talen vindt. Ik moet eerlijk toegeven, dat waar ik verbaal behoorlijk uit de voeten kan met Engels en met Frans, ik vaststel dat lezen iets héél anders is. Niet alleen door het feit dat je niet steeds de link legt legt tussen het geschreven woord en het gedrukte, maar ook omdat mensen nu eenmaal een andere, veel uitgebreidere woordenschat gebruiken in schrijftaal dan wel in spreektaal. Ik zou regelmatig een woordenboek moeten gaan raadplegen, en ook al kan ik dat ook al op dat internet, ik doe het bijna nooit... Ik ben wellicht een beetje lui, maar het breekt ook de voor mij heel belangrijke band met de wereld die voor mij opengaat bij het lezen van een tekst.
Het voelt een beetje aan alsof je midden in een vrij-scène moet stoppen om op te zoeken waar BH voor staat... Je lust in vrijen zou wel héél sterk bekoelen op die manier. Voor mij bekoelt het lezen als ik moet gaan nadenken over de betekenis van een woord. Dus ga ik door gans de zin te lezen pogen de betekenis van het woord te achterhalen, maar geef toe, dat is lang niet altijd evident.
In mijn beroep moest ik heel vaak redevoeringen geven aan arbeiders, en ik heb het altijd als een must gezien, dat ik dat deed met woorden die tot het dagelijkse jargon hoorden van de mensen. Ik had geen behoefte het intellectueel niveau van die mensen op te krikken, nee, ik wilde een boodschap meegeven. Misschien stel je dat ook soms vast in mijn teksten, ik zal eerder iets omschrijven dan een geleerde term te gebruiken, het is gewoon een reflex geworden om me op die manier uit te drukken.
Wellicht doet dat mijn weerzin in het opzoeken van geleerde of vreemde termen nog wat toenemen, en werkt dit mee om me ongelukkig te voelen bij het "moeten opzoeken"...
Terug naar Internet... Ondanks kwaadwilligen die je opzadelen met virussen, Trojaanse wormen en andere onhebbelijkheden, oplichters die pogen je bankgegevens buit te maken om je rekening te kunnen plunderen, mensen die je adresgegevens inpikken en verkopen aan "de commercie" blijf ik het een zalig ding vinden. Ik kan dagen zoet zijn met lezen en het verrijken van kennis die ik wellicht nooit zal nodig hebben. Ik sta verbaasd te kijken als ik bij conflicten eens de uitleg van beide zijden bekijk. En het verwondert me helemaal niet als ik een reporter hoor verklaren dat hij stopt met dit werk, omdat hij het niet meer aan kan te liegen in opdracht. Nee, ik heb het niet over een reporter uit een of andere dictatuur, de man werkte in het land van de vrijheid (?) de USA...
En ik stel weer eens vast dat het nog steeds juist is, dat hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet... Maar als ik dan eens in een gezelschap zit, dan stel je weer vast dat die mensen dingen weten waar jij nog nooit aan hebt gedacht, en je hebt weer een hele wereld voor je liggen om op te zoeken, je in te verdiepen, bij te leren... en zoveel te weten dat je weet dat je het niet weet.
Ik vind het heerlijk... dan daar over te kunnen nadenken, en je eigen conclusies te vormen, weldoordacht op basis van een massa informatie. Conclusies waarmee je de goegemeente eens kunt doen opschrikken.
Ach, ik ben er mij heel goed van bewust dat ik een dikke kans heb iets te missen, en daardoor misschien iets te veel naar rechts of naar links te schuiven in plaats van het netjes in de waarheid in het midden te plaatsen... Maar dat biedt dan net weer de kans om bij te leren uit de reacties.
Last but not least... Internet hoort bij mijn pijnstillers ! Het is één van die dingen waar ik zo intens kan mee bezig zijn, dat de pijn ietwat naar de achtergrond schuift... En dat is voor mij misschien wel het opperste van het internetgeluk...
tot de volgende ?
woensdag, oktober 29, 2014
Blinkende graven
Straks gaan we naar het graf van nonkel Julien en tante Irene, en vandaar naar dat van onze Koen, met emmer, borstel en dweil en... bloemen en bloemstukjes... De grote jaarlijkse opkuis...
Ik weet zo al, uit ervaring, dat we er niet alleen gaan lopen. Heel het kerkhof zal vollopen met mensen die bezig zijn met de jaarlijkse opkuis van "hun" grafmonumenten. Want straks is het Allerheiligen, en worden de kerkhoven overspoeld met mensen die nog eens, één keer in het jaar, hun doden komen bezoeken. En geef toe, als je bezoek verwacht, dan zorg je toch dat je huis netjes is?
Eigenlijk ben ik niet zo aan dat bezoek aan het kerkhof... Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zorgt ook dat "het proper ligt". Wat het graf betreft van nonkel Julien en tante Irene, daar heb ik het beloofd dat ik dat zou doen, zo lang we kunnen. Na het overlijden van nonkel, voerde ik tante op die dagen, en hielp een beetje om het graf te kuisen, en toen ze bij een van die gelegenheden heel goed zag dat na haar overlijden het graf er desolaat zou bij liggen, drong ze er op aan of wij tenminste niet voor hun graf zouden willen zorgen. Ik heb het dan beloofd, en belofte maakt schuld. Bovendien is hun graf net zoiets als haar verblijf in het rusthuis... Er komt geen kat meer kijken. Mochten wij ook niet meer gaan, dan zou het graf er na een paar jaar vuil en desolaat bij liggen. En dat terwijl wijlen nonkel Julien er bijna wekelijks naar toe ging om te zorgen dat het steeds picobello was en steeds een bloempje had. (Want zijn enige zoon die al heel vroeg is gestorven, ligt bij hen in het familiegraf).
Mij doet dat ergens pijn: als ze de levenden al vergeten, hoelang denken ze dan nog op de doden?
Voor mij hoeft daarvoor geen kerkhof, geen grafmonument, geen uiterlijk vertoon... Als ik aan onze Koen, onze ouders en andere familieleden, vrienden, kennissen die ons ontvallen zijn denk, dan heb ik steeds het gevoel dat ze me veel nabijer zijn in mijn hart, in mijn geest, dan op dat kerkhof.
Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zet ook een bloempje bij wat voor mij maar een steen is...
Er is niets mis met deze vorm van maatschappelijke druk, want ik denk, nee, ik weet dat er wellicht velen zouden zijn, die zonder dat duwtje in de rug, gewoon nooit meer zouden denken aan al die mensen die voor ons gingen. In die zin vind ik het goed dat die obligate kerkhofgang er is. Maar mij mogen ze uitstrooien, net zoals mijn moeder, dan is er niets meer om naar toe te gaan, buiten het echt herinneren, in je hart.
Hoe ouder je wordt, hoe dichter je bij je eigen dood komt, hoe meer je stil staat bij al die mensen die je hebt verloren op je levensweg... Je ouders, een broer, een kind, heel wat familie tantes, nonkels, neven en nichten, verschrikkelijk veel bekenden en zelfs een paar echte vrienden... Te veel om ze nog stuk voor stuk voor je geest te halen, en soms zit ik dan wel eens te blederen in dat pak met al die doodssanctjes, en spijt het me dat ik die niet heb verzameld van in mijn jeugd. Want ik mis er, waar ik ook wel eens aan denk, en waar ik niets meer heb om meer te herinneren.
Ik schreef onlangs dat je als oudere mens ontzettend rijk bent aan herinneringen, aan ervaringen, maar ook aan verdriet en blijdschap.
Gaan we echt dood? Helemaal ? Of is er werkelijk nog iets na de dood ? Ik weet het niet, maar doet het er eigenlijk toe? Wat er toe doet, dat is dat we leven op zo'n manier dat we iets betekenen voor de anderen, iets goeds, iets waardoor ze glimlachen als ze aan je denken. De rest is allemaal bijzaak, en als je zo geleefd hebt, en er is iets na de dood, dan zul je ongetwijfeld ook daar bij de goeden zitten.
Ach, je ziet het, zelfs bij mij is het goed om een Allerheiligen te hebben, om eens met de neus op al die overledenen gedrukt te worden, nog eens te treuren bij het verlies van wat die mensen voor je betekenden ...
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
Ik weet zo al, uit ervaring, dat we er niet alleen gaan lopen. Heel het kerkhof zal vollopen met mensen die bezig zijn met de jaarlijkse opkuis van "hun" grafmonumenten. Want straks is het Allerheiligen, en worden de kerkhoven overspoeld met mensen die nog eens, één keer in het jaar, hun doden komen bezoeken. En geef toe, als je bezoek verwacht, dan zorg je toch dat je huis netjes is?
Eigenlijk ben ik niet zo aan dat bezoek aan het kerkhof... Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zorgt ook dat "het proper ligt". Wat het graf betreft van nonkel Julien en tante Irene, daar heb ik het beloofd dat ik dat zou doen, zo lang we kunnen. Na het overlijden van nonkel, voerde ik tante op die dagen, en hielp een beetje om het graf te kuisen, en toen ze bij een van die gelegenheden heel goed zag dat na haar overlijden het graf er desolaat zou bij liggen, drong ze er op aan of wij tenminste niet voor hun graf zouden willen zorgen. Ik heb het dan beloofd, en belofte maakt schuld. Bovendien is hun graf net zoiets als haar verblijf in het rusthuis... Er komt geen kat meer kijken. Mochten wij ook niet meer gaan, dan zou het graf er na een paar jaar vuil en desolaat bij liggen. En dat terwijl wijlen nonkel Julien er bijna wekelijks naar toe ging om te zorgen dat het steeds picobello was en steeds een bloempje had. (Want zijn enige zoon die al heel vroeg is gestorven, ligt bij hen in het familiegraf).
Mij doet dat ergens pijn: als ze de levenden al vergeten, hoelang denken ze dan nog op de doden?
Voor mij hoeft daarvoor geen kerkhof, geen grafmonument, geen uiterlijk vertoon... Als ik aan onze Koen, onze ouders en andere familieleden, vrienden, kennissen die ons ontvallen zijn denk, dan heb ik steeds het gevoel dat ze me veel nabijer zijn in mijn hart, in mijn geest, dan op dat kerkhof.
Maar je geeft toe aan de maatschappelijke druk, en je gaat toch, en je zet ook een bloempje bij wat voor mij maar een steen is...
Er is niets mis met deze vorm van maatschappelijke druk, want ik denk, nee, ik weet dat er wellicht velen zouden zijn, die zonder dat duwtje in de rug, gewoon nooit meer zouden denken aan al die mensen die voor ons gingen. In die zin vind ik het goed dat die obligate kerkhofgang er is. Maar mij mogen ze uitstrooien, net zoals mijn moeder, dan is er niets meer om naar toe te gaan, buiten het echt herinneren, in je hart.
Hoe ouder je wordt, hoe dichter je bij je eigen dood komt, hoe meer je stil staat bij al die mensen die je hebt verloren op je levensweg... Je ouders, een broer, een kind, heel wat familie tantes, nonkels, neven en nichten, verschrikkelijk veel bekenden en zelfs een paar echte vrienden... Te veel om ze nog stuk voor stuk voor je geest te halen, en soms zit ik dan wel eens te blederen in dat pak met al die doodssanctjes, en spijt het me dat ik die niet heb verzameld van in mijn jeugd. Want ik mis er, waar ik ook wel eens aan denk, en waar ik niets meer heb om meer te herinneren.
Ik schreef onlangs dat je als oudere mens ontzettend rijk bent aan herinneringen, aan ervaringen, maar ook aan verdriet en blijdschap.
Gaan we echt dood? Helemaal ? Of is er werkelijk nog iets na de dood ? Ik weet het niet, maar doet het er eigenlijk toe? Wat er toe doet, dat is dat we leven op zo'n manier dat we iets betekenen voor de anderen, iets goeds, iets waardoor ze glimlachen als ze aan je denken. De rest is allemaal bijzaak, en als je zo geleefd hebt, en er is iets na de dood, dan zul je ongetwijfeld ook daar bij de goeden zitten.
Ach, je ziet het, zelfs bij mij is het goed om een Allerheiligen te hebben, om eens met de neus op al die overledenen gedrukt te worden, nog eens te treuren bij het verlies van wat die mensen voor je betekenden ...
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
dinsdag, oktober 28, 2014
Mist
Nu de bietenberg weg is, en je opstaat met de verwachting van een mooi landschap voor je te zien, is het mistig.
Je ziet hooguit een tiental meter van de bruine gulle aarde die vervaagt in een grijzig onbestemd niets.
Ik, die normaal kan rekenen op een zicht van vele kilometers, ben nu beperkt tot bijna niets. Ik kijk dan maar hoeveel bieten er zijn blijven liggen. Eigenlijk tel ik er maar twee die echt zijn blijven liggen, maar er liggen er heel wat die tijdens het oprollen op de vrachtwagens afgeweken zijn, en daar nu liggen, vooraan op het veld of in de berm.
Waren het voederbieten, dan zou ik die al lang verzameld hebben voor de geiten van Bart en het konijn van Lieselotte, maar suikerbieten zijn helemaal niet geschikt om dieren te voederen. Dus laat ik ze maar liggen, tot bron van voedsel voor roeken en kraaien. Tot nog toe kijken ze er nog niet naar, er is voedsel genoeg, en er ligt op het veld een brede strook van schilfers van bieten, die afgesneden zijn door de passage over de wielen die hen naar de vrachtwagens rolden. Daar hebben ze als het ware voorgesneden voedsel aan. (En niet verpakt in dat verderfelijke plastic zoals het onze !) (Heb je gelezen dat plastic zakken in La Douce France helemaal verbannen zijn ? Tof !, een kleine stap in de goede richting !)
De straatverlichting gaat om 7.27 uit, het uur dat de zon opstaat, ook al is ze niet te zien, en al is het ook nog niet echt klaar... Om 17.25 gaat de zon al weer onder... Er blijft bijna geen dag meer over, in vergelijking met enkele maanden terug !
Wij weten wat er gebeurt, maar hoe zouden de oermensen daar naar hebben gekeken ? Hoe verschrikt zouden ze zijn geweest toen ze de dagen alsmaar korter zagen worden ? Geen wonder dat die evolutie met veel aandacht volgden, en grote monumenten oprichten, waar ze precies konden zien wanneer de zon terug begon aan zijn nieuwe klim naar de zomer. Geen wonder dat ze dat onbegrijpbare tot God verklaarden... Ik weet het, ik ben gek, maar nu en dan probeer ik me in de plaats te stellen van een nagelnieuwe mens, een mens die alles met grote ogen van verwondering bekijkt. Een mens die vol verbazing nu de bladeren van de bomen ziet vallen, en ze ziet vergaan tot aarde in de aarde. Die uit die aarde ontzettend snel de paddestoelen ziet groeien, je hebt haast de indruk dat je het groeien zoudt moeten kunnen zien, maar dat net niet kunt. En hoe die paddestoelen na een korte tijd in elkaar zakken en in enkele dagen spoorloos zijn verdwenen, zonder dat er ook maar een wortelgestel achterblijft. Hoe sommige bomen er in slagen groen te blijven, en die hebben bijna allemaal dikke vlezige bladeren... Maar als je vetplanten buiten zet vriezen die kapot.
Ja, ik weet het, ik kan ook lezen, ik weet heel wat van die dingen af, maar soms prefereer ik gewoon me te laten ondergaan in het grote wonder van het leven, van de natuur.
Misschien is dat dat beetje kunstenaar in mij, misschien heb ik wat Picasso zo moeilijk achtte voor het merendeel van de mensheid. Hij vertelde dat ieder kind een kunstenaar was, maar dat het verdomd moeilijk was om kunstenaar en kind te blijven... Als dat de norm is, dan ben ik wellicht een kunstenaar, ook al vind ik dat van mezelf niet. Ik slaag er nu en dan in mooie dingen te maken, maar alles blijft een spielerei... Ik ergerde me in de akademie, toen ze aan de eindejaars de opdracht gaven om een bepaald onderwerp te maken op een ontelbaar aantal van manieren... Dat gaat helemaal tegen mijn natuur in, ieder ding moet weer een heel eigen iets zijn, moet anders zijn, een andere expressie hebben, en als ik keek naar een eindeloze rij van hetzelfde met kleine variaties, dan had ik lust daar met mijn maat zesenveertig eens doorheen te lopen... Ooit vroeg ik er eentje: "En wat ga je daar nu mee doen?" en ik kreeg het wonderlijke antwoord dat hij het in brikaljon zou kloppen, en op zijn oprit gieten... (Waarom doen ze dat dan ?)
Nee, dan ben ik geen kunstenaar, ik ben veeleer een speelvogel, die een stuk materie in handen neem en daar iets mee maak, iets wat ik leuk vind om te doen, en die soms een mooi resultaat geeft, en soms helemaal niet.
Het klopt niet helemaal, maar ik heb veelal het gevoel dat ik er alleen maar uithaal wat er eigenlijk al inzit. Als ik een stuk hout zie, dan zie ik daar plots een handvat in voor een wandelstok, en het lijkt of ik alleen het er moet uithalen, die kop, die uitdrukking, die zag ik er al in zitten, ik moest het alleen maar er uit halen, wegdoen wat in de weg van het aanwezige zat.
Ik kan uren kijken naar beelden, naar schilderijen... en soms verdrink ik er in, soms heb ik lust om er een en ander aan te veranderen. Soms hou ik van die hele simpele, pure vormen, en soms neig ik tot barokke gekunstelde dingen, al naar gelang wat ik er in zie, wat ik er in vind.
Ik heb geen stijl, alle stijlen zijn de mijne.
Ik heb heel wat keramisten op mijn faceboek staan, en soms zie ik een bepaald werk, die me raakt tot in het diepste van mijn emoties, maar dan krijg je ontelbare variaties op dat zelfde thema... En dan heb ik het gevoel dat die kunstenaar is blijven hangen... Hangen aan een succes. Nee, geef mij dan maar een Picasso, die in zijn lange leven voortdurend bleef evolueren, en dat ook als een voorwaarde zag tot "Kunst"... Ik zie niet alles graag wat hij maakte, maar ik bewonder het speelse er in, het zoeken, het ontwikkelen, het uitwikkelen...
De mist trekt een beetje op, ik zie ginder ver al weer de popelieren staan...
tot de volgende ?
Je ziet hooguit een tiental meter van de bruine gulle aarde die vervaagt in een grijzig onbestemd niets.
Ik, die normaal kan rekenen op een zicht van vele kilometers, ben nu beperkt tot bijna niets. Ik kijk dan maar hoeveel bieten er zijn blijven liggen. Eigenlijk tel ik er maar twee die echt zijn blijven liggen, maar er liggen er heel wat die tijdens het oprollen op de vrachtwagens afgeweken zijn, en daar nu liggen, vooraan op het veld of in de berm.
Waren het voederbieten, dan zou ik die al lang verzameld hebben voor de geiten van Bart en het konijn van Lieselotte, maar suikerbieten zijn helemaal niet geschikt om dieren te voederen. Dus laat ik ze maar liggen, tot bron van voedsel voor roeken en kraaien. Tot nog toe kijken ze er nog niet naar, er is voedsel genoeg, en er ligt op het veld een brede strook van schilfers van bieten, die afgesneden zijn door de passage over de wielen die hen naar de vrachtwagens rolden. Daar hebben ze als het ware voorgesneden voedsel aan. (En niet verpakt in dat verderfelijke plastic zoals het onze !) (Heb je gelezen dat plastic zakken in La Douce France helemaal verbannen zijn ? Tof !, een kleine stap in de goede richting !)
De straatverlichting gaat om 7.27 uit, het uur dat de zon opstaat, ook al is ze niet te zien, en al is het ook nog niet echt klaar... Om 17.25 gaat de zon al weer onder... Er blijft bijna geen dag meer over, in vergelijking met enkele maanden terug !
Wij weten wat er gebeurt, maar hoe zouden de oermensen daar naar hebben gekeken ? Hoe verschrikt zouden ze zijn geweest toen ze de dagen alsmaar korter zagen worden ? Geen wonder dat die evolutie met veel aandacht volgden, en grote monumenten oprichten, waar ze precies konden zien wanneer de zon terug begon aan zijn nieuwe klim naar de zomer. Geen wonder dat ze dat onbegrijpbare tot God verklaarden... Ik weet het, ik ben gek, maar nu en dan probeer ik me in de plaats te stellen van een nagelnieuwe mens, een mens die alles met grote ogen van verwondering bekijkt. Een mens die vol verbazing nu de bladeren van de bomen ziet vallen, en ze ziet vergaan tot aarde in de aarde. Die uit die aarde ontzettend snel de paddestoelen ziet groeien, je hebt haast de indruk dat je het groeien zoudt moeten kunnen zien, maar dat net niet kunt. En hoe die paddestoelen na een korte tijd in elkaar zakken en in enkele dagen spoorloos zijn verdwenen, zonder dat er ook maar een wortelgestel achterblijft. Hoe sommige bomen er in slagen groen te blijven, en die hebben bijna allemaal dikke vlezige bladeren... Maar als je vetplanten buiten zet vriezen die kapot.
Ja, ik weet het, ik kan ook lezen, ik weet heel wat van die dingen af, maar soms prefereer ik gewoon me te laten ondergaan in het grote wonder van het leven, van de natuur.
Misschien is dat dat beetje kunstenaar in mij, misschien heb ik wat Picasso zo moeilijk achtte voor het merendeel van de mensheid. Hij vertelde dat ieder kind een kunstenaar was, maar dat het verdomd moeilijk was om kunstenaar en kind te blijven... Als dat de norm is, dan ben ik wellicht een kunstenaar, ook al vind ik dat van mezelf niet. Ik slaag er nu en dan in mooie dingen te maken, maar alles blijft een spielerei... Ik ergerde me in de akademie, toen ze aan de eindejaars de opdracht gaven om een bepaald onderwerp te maken op een ontelbaar aantal van manieren... Dat gaat helemaal tegen mijn natuur in, ieder ding moet weer een heel eigen iets zijn, moet anders zijn, een andere expressie hebben, en als ik keek naar een eindeloze rij van hetzelfde met kleine variaties, dan had ik lust daar met mijn maat zesenveertig eens doorheen te lopen... Ooit vroeg ik er eentje: "En wat ga je daar nu mee doen?" en ik kreeg het wonderlijke antwoord dat hij het in brikaljon zou kloppen, en op zijn oprit gieten... (Waarom doen ze dat dan ?)
Nee, dan ben ik geen kunstenaar, ik ben veeleer een speelvogel, die een stuk materie in handen neem en daar iets mee maak, iets wat ik leuk vind om te doen, en die soms een mooi resultaat geeft, en soms helemaal niet.
Het klopt niet helemaal, maar ik heb veelal het gevoel dat ik er alleen maar uithaal wat er eigenlijk al inzit. Als ik een stuk hout zie, dan zie ik daar plots een handvat in voor een wandelstok, en het lijkt of ik alleen het er moet uithalen, die kop, die uitdrukking, die zag ik er al in zitten, ik moest het alleen maar er uit halen, wegdoen wat in de weg van het aanwezige zat.
Ik kan uren kijken naar beelden, naar schilderijen... en soms verdrink ik er in, soms heb ik lust om er een en ander aan te veranderen. Soms hou ik van die hele simpele, pure vormen, en soms neig ik tot barokke gekunstelde dingen, al naar gelang wat ik er in zie, wat ik er in vind.
Ik heb geen stijl, alle stijlen zijn de mijne.
Ik heb heel wat keramisten op mijn faceboek staan, en soms zie ik een bepaald werk, die me raakt tot in het diepste van mijn emoties, maar dan krijg je ontelbare variaties op dat zelfde thema... En dan heb ik het gevoel dat die kunstenaar is blijven hangen... Hangen aan een succes. Nee, geef mij dan maar een Picasso, die in zijn lange leven voortdurend bleef evolueren, en dat ook als een voorwaarde zag tot "Kunst"... Ik zie niet alles graag wat hij maakte, maar ik bewonder het speelse er in, het zoeken, het ontwikkelen, het uitwikkelen...
De mist trekt een beetje op, ik zie ginder ver al weer de popelieren staan...
tot de volgende ?
maandag, oktober 27, 2014
Affligem rommelmarkt
Gisteren zijn we naar Affligem geweest, naar een rommelmarkt. Op weg er heen, vertelde ik Anny dat de afrit Affligem op de autosnelweg nog niet zo heel oud was, ik heb die nog weten aanleggen. Die is er gekomen omdat de afrit van Ternat aan het verzuipen was, en dagelijks met verschrikkelijke opstoppingen te maken had (toen al)...
Het was er wat zoeken naar een plaatsje om de wagen kwijt te spelen, maar het lukte toch om in een piepklein plaatsje te kruipen. Anny moest eerst uitstappen, want anders zou ze er niet meer uitraken...
Er stond een enorme rij te wachten om binnen te geraken op de markt. Maar ook aan aanschuiven komt een eind, en we kwamen de enorme zaal binnen. We waren al eerder op deze markt, en wisten dat het een mooie en gewoonlijk interessante markt was. We zien daar ook een deel marktkramers die we in de rest van het jaar niet zien, want we kennen onderhand al een heleboel van die mensen, en babbelen er wel eens mee.
Ik heb het je al gezegd, als je iets specifieks zoekt, dan kun je lang zoeken, als je niet zoekt, dan breek je er de spreekwoordelijke benen over. Ik zag het boek van Stieg Larson zeker drie keer liggen !
We hadden alle twee veel pijn, en waar de pijn bij Anny gewoonlijk over gaat bij het wandelen, ging het nu niet over. Het was dus deze keer voor alle twee "Omdat we het zo leuk vinden, verdragen we er "graag" wat pijn voor"... Maar het is toch niet zo leuk als je echt pijn hebt. Toch was het een goede markt, want ik vond er maar liefst 4 nieuwe wandelstokken, en er is er eentje bij die zo mooi is, dat ik hem ga gebruiken als dagelijkse wandelstok. Het is een eenvoudig handvat, in wit metaal, maar met een schitterend reliëf en zwarte vlekkentekening er in. Heel mooi ! Ik ga hem wel iets moeten verkleinen, want hij is iets te lang.
Eigenlijk vond ik vijf wandelstokken, maar die vijfde is niet voor mij, die heb ik gekocht "op bestelling". We hebben hier een buur die heel wat paarden heeft... Die zag bij mij een wandelstok met als handvat een paardenkop, en dat moest hij hebben. Ik heb hem beloofd uit te kijken, en wonder boven wonder, ik heb er een gevonden binnen de week na de vraag ! (Blijkbaar werkt de vloek niet als je iets zoekt voor een ander ?).
Ik ben ook nog op zoek naar zo'n negertje die je vroeger op de toonbank zag staan in de dorpswinkel. Je stak er wat kleingeld in, en dan knikte het hoofdje. Ik heb er twee gezien op hetzelfde kraam, maar ze waren naar mijn mening te duur. Ook dat is een ding die niet voor mezelf is, maar op vraag van een vriend. (Ik heb er zelf eentje staan, maar dat is verwezen naar een van de kamers boven. Ik heb veel te veel beeldjes. Ik bood dit aan aan mijn vriend, maar dat wou hij niet, dat was van mij, hij wilde mij niet ontrieven...)
Hij ontrieft er mij niet mee, want ik weet eigenlijk niet goed waar ik het ding kan zetten. Gek, maar dat negertje doet me steeds denken aan de spaarkas in café Pallieter... De café van wijlen vriend Roger en vriendin Georgette, al alle twee overleden... Jammer, want het waren echte goede vrienden, bijna een tweede thuis... Zoals gezegd was ik er voorzitter van de spaarclub, en we waren altijd op uitkijk hoe we wat centen in kas konden krijgen voor het inrichten van activiteiten. Toen kwam ik op het idee van een vloekpot... We namen een grote galzen fles met een oor aan, maakten die vast met een keten aan de tapkraan, en maakten een affiche op waarop stond dat je bij vloeken een boete kreeg van 1 frank. Bij een grove vloek een boete van 5 frank. En onverbeterlijke vloekers konden een abonnement nemen van 20 frank voor een hele week ...
Het is zo stom, maar iedereen vond het leuk, en in geen tijd hadden we een fles vol, en moesten we hem legen om plaats te maken voor nieuwe vloeken. Nee, er werd niet meer gevloekt, eerder wat minder, maar iedereen vond het een leuk iets en stopte zijn kleingeld in de pot...
Ach, waar is de tijd... De fles raakte ooit gebroken, en we vonden geen nieuwe fles met een voldoende grote opening en een oor om hem vast te ketenen... En zo verdween ook dat weer en werd een onderwerp om nog eens van te klappen tussen pot en pint "Weet je nog..."
Ja, we weten het nog... We weten ondertussen al zo veel van die leuke dingen uit het verleden, en hoe ouder we mogen worden, hoe meer er in de bibliotheek van ons verleden zit... Ik voel me schatrijk, rijk aan schatten van herinneringen...
tot de volgende ?
Het was er wat zoeken naar een plaatsje om de wagen kwijt te spelen, maar het lukte toch om in een piepklein plaatsje te kruipen. Anny moest eerst uitstappen, want anders zou ze er niet meer uitraken...
Er stond een enorme rij te wachten om binnen te geraken op de markt. Maar ook aan aanschuiven komt een eind, en we kwamen de enorme zaal binnen. We waren al eerder op deze markt, en wisten dat het een mooie en gewoonlijk interessante markt was. We zien daar ook een deel marktkramers die we in de rest van het jaar niet zien, want we kennen onderhand al een heleboel van die mensen, en babbelen er wel eens mee.
Ik heb het je al gezegd, als je iets specifieks zoekt, dan kun je lang zoeken, als je niet zoekt, dan breek je er de spreekwoordelijke benen over. Ik zag het boek van Stieg Larson zeker drie keer liggen !
We hadden alle twee veel pijn, en waar de pijn bij Anny gewoonlijk over gaat bij het wandelen, ging het nu niet over. Het was dus deze keer voor alle twee "Omdat we het zo leuk vinden, verdragen we er "graag" wat pijn voor"... Maar het is toch niet zo leuk als je echt pijn hebt. Toch was het een goede markt, want ik vond er maar liefst 4 nieuwe wandelstokken, en er is er eentje bij die zo mooi is, dat ik hem ga gebruiken als dagelijkse wandelstok. Het is een eenvoudig handvat, in wit metaal, maar met een schitterend reliëf en zwarte vlekkentekening er in. Heel mooi ! Ik ga hem wel iets moeten verkleinen, want hij is iets te lang.
Eigenlijk vond ik vijf wandelstokken, maar die vijfde is niet voor mij, die heb ik gekocht "op bestelling". We hebben hier een buur die heel wat paarden heeft... Die zag bij mij een wandelstok met als handvat een paardenkop, en dat moest hij hebben. Ik heb hem beloofd uit te kijken, en wonder boven wonder, ik heb er een gevonden binnen de week na de vraag ! (Blijkbaar werkt de vloek niet als je iets zoekt voor een ander ?).
Ik ben ook nog op zoek naar zo'n negertje die je vroeger op de toonbank zag staan in de dorpswinkel. Je stak er wat kleingeld in, en dan knikte het hoofdje. Ik heb er twee gezien op hetzelfde kraam, maar ze waren naar mijn mening te duur. Ook dat is een ding die niet voor mezelf is, maar op vraag van een vriend. (Ik heb er zelf eentje staan, maar dat is verwezen naar een van de kamers boven. Ik heb veel te veel beeldjes. Ik bood dit aan aan mijn vriend, maar dat wou hij niet, dat was van mij, hij wilde mij niet ontrieven...)
Hij ontrieft er mij niet mee, want ik weet eigenlijk niet goed waar ik het ding kan zetten. Gek, maar dat negertje doet me steeds denken aan de spaarkas in café Pallieter... De café van wijlen vriend Roger en vriendin Georgette, al alle twee overleden... Jammer, want het waren echte goede vrienden, bijna een tweede thuis... Zoals gezegd was ik er voorzitter van de spaarclub, en we waren altijd op uitkijk hoe we wat centen in kas konden krijgen voor het inrichten van activiteiten. Toen kwam ik op het idee van een vloekpot... We namen een grote galzen fles met een oor aan, maakten die vast met een keten aan de tapkraan, en maakten een affiche op waarop stond dat je bij vloeken een boete kreeg van 1 frank. Bij een grove vloek een boete van 5 frank. En onverbeterlijke vloekers konden een abonnement nemen van 20 frank voor een hele week ...
Het is zo stom, maar iedereen vond het leuk, en in geen tijd hadden we een fles vol, en moesten we hem legen om plaats te maken voor nieuwe vloeken. Nee, er werd niet meer gevloekt, eerder wat minder, maar iedereen vond het een leuk iets en stopte zijn kleingeld in de pot...
Ach, waar is de tijd... De fles raakte ooit gebroken, en we vonden geen nieuwe fles met een voldoende grote opening en een oor om hem vast te ketenen... En zo verdween ook dat weer en werd een onderwerp om nog eens van te klappen tussen pot en pint "Weet je nog..."
Ja, we weten het nog... We weten ondertussen al zo veel van die leuke dingen uit het verleden, en hoe ouder we mogen worden, hoe meer er in de bibliotheek van ons verleden zit... Ik voel me schatrijk, rijk aan schatten van herinneringen...
tot de volgende ?
Abonneren op:
Posts (Atom)