Image by Denis Collette...!!! via Flickr
Gisteren heb ik mij geamuseerd... Ik heb eens mijn fantasie de vrije loop gelaten in een fantastisch verhaal tijdens het bloggen, ik heb na de middag de mensen van de hobby weten te enthousiasmeren voor het maken van parels uit papier, en nadien hebben wij gezellig getafeld en genoten van de kookkunst van Monique... Kortom een hele dag genieten en doodmoe en met pijn thuiskomen... Een kermis is een geseling waard zei ons vader zaliger... Er is iets van.Maar het meest heb ik me geamuseerd in mijn blog... Eens diep duiken in de verhaaltrant van 100 en meer jaren terug, gezellig aan de haard elkaar de meest griezelige verhalen vertellen om elkaar en je zelf bang te maken van die donkere nacht, die huilende wind en die vele onverklaarbare dingen. Een hemd die ergens aan de wasdraad was blijven hangen, was een echt spook, en de fantasie van de mensen deed de rest. Er was geen TV, geen radio, en lezen konden de meesten amper, dus er waren ook geen boeken... 's Avonds was dan ook het tijdstip waarop de buren wel eens bij elkaar gingen zitten, en bij het kaartspel of het dobbelen hun amusement vonden. Veelal werden die avonden ook besloten met verhalen vertellen, en de vele spookverhalen werden van generatie naar generatie overgeleverd, en steeds weer aangepast aan gekende, bekende omstandigheden en figuren. Ergens heb ik nog een boek met een ganse verzameling van die oude vertellingen, over heksen en tovenaars, spoken en de duivel... Eén van die verhalen gaat zelfs (in het boek) over ene...Goderis. Als ik me goed herinner een nogal dubieus figuur, zoals de meesten van de "helden" in die spookverhalen.
Wellicht liggen in sommige gevallen echte gebeurtenissen aan de verre oorsprong van die zeisen en legenden, maar zijn die zo veranderd en vervormd, dat ze niet meer te herkennen zijn, en wellicht zullen er ook wel zijn ontstaan uit de ongebreidelde fantasie van echte vertellers, net zoals ik er gisteren eentje uit mijn duim zoog... (Mijn linkse, de meest fantasierijke)
Dwaallichten boven de vennen waren vreemde, onverklaarbare dingen, en die verhalen gaven een soortement van uitleg...Niet echt geruststellend, maar toch, er was plots iets dat herkenbaar was, niet meer onuitgelegd.
Net zoals heel veel van het onverklaarbare duidelijk lijkt opgevangen in het vangnet van het geloof, zo creëerde men een soort geloof voor al die kleine bizarre dingen, en via zeisen en legenden werd die verklaring in een soort volksgeloof opgenomen. Als je kijkt op oude schilderijen en etsen, dan zie je dat zelfs in heel devote, stichtelijke werken, het geloof en het bijgeloof weelderig door elkaar heen groeiden en bloeiden. Voor de gewone man waren die verhalen aan de haard van hetzelfde gehalte als de bijbelse verhalen en histories, een achtergrond, een uitleg van al dat vele, grote, onverklaarbare. In sommige gevallen werd dit volksgeloof gebruikt en misbruikt door de kerk zelf, zo niet officieel, dan veelal door parochiepriesters en dergelijke... Meestal wel met goede bedoelingen, maar toch, zo kuiste men bij het laatste concilie een heleboel heiligen op, die wel op de kalender stonden, maar blijkbaar nooit echt hadden bestaan...
Nu zie je bijna een omgekeerde wereld... Nu kan de mens vanuit wetenschappelijke kennis heel wat zaken zelf verklaren, en meteen acht hij het logisch en denkbaar dat alles wel verklaarbaar zal zijn, en dat God dus niet zal bestaan, zijnde niet wetenschappelijk... Misschien is het een logische reactie, misschien is de verhalende stijl niet meer van deze tijd, en ziet de mens niet meer het bos door de bomen, niet meer de God achter de belerende verhaaltjes. Maar de gewijde teksten zijn opgemaakt in een bepaalde tijdsgeest, en zijn, zoals het toen hoorde, verteld, uitgelegd in parabels en vergelijkingen... Wellicht kun je ook God niet zo maar uitleggen in logische bewoordingen... en geloof kan maar bestaan bij gratie van het niet kennen. Ik moet niet geloven in het bestaan van mijn handen, ik zie ze voor me op de toetsen slaan... Ik moet wel geloven in mijn fantasie, want ik kan er wel de vruchten van zien, maar niet de fantasie op zich.
Het is dan ook idioot een godsbewijs te willen formuleren, want op het moment dat je dat formuleert, verliest het zijn aspect. Je gelooft dus, of je gelooft niet.Punt. En zelfs al doe je dat binnen een "geloofsgemeenschap", toch is en zal je ervaring, eigen geloof altijd een individueel iets zijn en blijven. Geloof is immers niet vast te pakken, niet tastbaar, anders is het geen geloof meer, maar een vaststelling.
Daarom dat ik stel dat wie niet gelooft in het bestaan van een God, eigenlijk ook een strikt individueel geloof heeft, in een even ontastbaar gegeven als het wel bestaan. Of je nu je leefregels uit strikt humane of uit goddelijke regels maakt, veel verschil is er niet in de praktijk, met een uitzondering, dat stuk waar de gelovige dienst bewijst aan de God.
Sjonge, wat zijn we weer moeilijk aan het doen. Weet je, het is veel leuker om te vertellen over de witte wijven... Het is als het verschil tussen schilderen op de wijze van een Memlinc of gewoon expressie neerkwakken à la Monet...
tot de volgende ?